Nadat een student Industrial Design aan de TU Delft software heeft ontwikkeld die energieverbruik in beeld brengt, ontstaat onenigheid over wie de eigendomsrechten van de visualisatie bezit. Is dat de TU Delft of de student zelf? Een
vaststellingsovereenkomst
De overeenkomst waarin partijen bindende afspraken maken ter voorkoming of beëindiging van een bestaande onzekerheid of een bestaand geschil.
» Meer over vaststellingsovereenkomst
vaststellingsovereenkomst lijkt uitkomst te bieden, maar dan ontstaat onduidelijkheid over de uitleg van deze
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst. Advocaat intellectueel eigendomsrecht Hidde Reitsma bespreekt het vonnis.
Om te bepalen wie rechthebbende is van de ontwikkelde software stellen de partijen een vaststellingsovereenkomst op. Deze bestaat uit twee fasen. In de eerste fase bepalen experts wie de intellectuele eigendomsrechten bezit. In de tweede fase zullen experts een uitspraak doen over de door de student geleden schade. Zijn schade zou bestaan uit het ongeautoriseerde gebruik van de visualisatie door de universiteit, het ontzeggen van het gebruik daarvan door de student zelf, studievertraging en de tijd en kosten besteed aan het oplossen van het geschil.
Ten aanzien van de eerste fase concludeert de onafhankelijke expert dat de rechten toekomen aan beide partijen en dat er sprake is van een gezamenlijk en ondeelbaar
auteursrecht
Het exclusieve recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen.
» Meer over auteursrecht
auteursrecht met betrekking tot de software. Op basis van dit oordeel en de vaststellingsovereenkomst stelt de student dat hiermee het onrechtmatig handelen van de TU Delft ook vast staat en dat deskundigen alleen nog de hoogte van de schade hoeven vast te stellen. De student begroot zijn schade op bijna 1 miljoen euro.
De TU Delft stelt dat er eerst nog bepaald moet worden of er wel sprake is van aansprakelijkheid en een verband tussen het gebruik van de visualisatie en de gestelde schade. De voorzieningenrechter stelt dat uit de tekst van de vaststellingsovereenkomst blijkt dat de discussie in de tweede fase inderdaad moet gaan over de concreet door de student geleden schade. Hierbij gaat de rechter er vanuit dat de student de kans krijgt om te reageren op het standpunt van de universiteit ten aanzien van hetgeen de student heeft gesteld met betrekking tot zijn schade.
Ondanks dat de overeenkomst op papier is gezet hebben beide partijen toch een andere uitleg met betrekking tot de inhoud hiervan. Bij het sluiten van een overeenkomst is het belangrijk om u goed te laten informeren door een advocaat over mogelijke valkuilen en onduidelijkheden om problemen zoals hierboven te voorkomen. AMS Advocaten biedt deze expertise en adviseert u graag.