Een auteursrechthebbende is exclusief bevoegd tot het openbaarmaking, verveelvoudigen en publiceren van het werk waarop het auteursrecht rust. Ook is de auteursrechthebbende exclusief bevoegd op te treden tegen inbreuken op dit recht. Er worden regelmatig procedures gevoerd over inbreuken op IE-rechten maar de hier in dit blog besproken auteurszaak over het gebruik van het woord Kuifje en Kuifje-afbeeldingen door een fanclub is opvallend. Advocaat Intellectueel Eigendomsrecht Hidde Reitsma licht een uitspraak toe.
Onlangs wees het gerechtshof Den Haag een interessante uitspraak tussen HG, een Kuifje-fanclub en het Belgische bureau Moulinsart. Moulinsart beweerde de auteursrechten over het Kuifje-oeuvre te houden en had in die hoedanigheid een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst (aangeduid als “charter”) met HG gesloten ter zake van o.a. het gebruik van de naam Kuifje. Moulinsart was van mening dat HG de bepalingen in dit charter schond. Zij dagvaardde HG en vorderde in eerste instantie dat HG alle inbreuken op het auteursrecht met betrekking tot Kuifje zou staken. In
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep richtte Moulinsart zich nog enkel op de schending van het charter.
Maar in appel nam de zaak een andere wending. De advocaat van HG had ontdekt dat de auteursrechten met betrekking tot Kuifje helemaal niet in handen van Moulinsart waren. Uit een overeenkomst uit 1942 blijkt dat Hergé, de tekenaar van Kuifje, de publicatierechten op de albums van de avonturen van Kuifje had overgedragen aan uitgever Casterman. Moulinsart kan dus niet beslissen wie materiaal uit de albums openbaar mag maken en houdt dus evenmin de auteursrechten.
In verband met deze ontdekking doet HG een beroep op dwaling: zij zou nimmer het charter hebben getekend als zij wist dat Moulinsart niet de auteursrechthebbende was. Het hof geeft HG gelijk en vernietigt het charter. Moulinsarts vorderingen die zien op schending van het charter worden daarom afgewezen.
Resteert nog een vordering betreffende het gebruik van het merk Kuifje. Moulinsart is houdster van het woord-/beeldmerk van de naam “Kuifje” afgebeeld onder een tekening van Kuifje met hondje Bobby. HG is houdster van domeinnaam kuifje.nl. Moulinsart voert aan dat het gebruik door HG van de naam Kuifje inbreuk maakt op haar merkrechten. Hiervoor is vereist dat het teken ‘kuifje’ wordt gebruikt ter onderscheiding van waren en/of diensten waarvoor het merk is ingeschreven. HG heeft betwist dat zij producten gebruikt waarbij zij het teken ‘kuifje’ gebruikt. Het hof wijst de vordering van Moulinsart af, mede omdat het gebruik van het woord ‘kuifje’ niet identiek is aan het merk. Het merk omvat immers een combinatie van een afbeelding met de naam Kuifje.