Een merkhouder die tegen een schending van zijn merkrechten wil optreden, zal meestal de rechter vragen een verbod op verdere merkinbreuk uit te laten spreken. Maar er zijn nog diverse andere vorderingen die de merkhouder ter
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking staan bij het handhaven van zijn rechten. Advocaat Intellectueel Eigendomsrecht Hidde Reitsma bespreekt de mogelijkheid van schadevergoeding bij merkinbreuk aan de hand van een klassieke zaak over namaakmerkkleding.
Kledingmerk Abercrombie & Fitch (hierna: A&F) had een rechtszaak aangespannen tegen een groep personen die namaakkleding van het merk A&F in China had laten maken en deze vervolgens illegaal had ingevoerd in de EU. De bende liep tegen de lamp toen één van de betrokkenen een partij namaakkleding aanbood aan een door A&F ingeschakelde privé-detective. Dat de bende inbreuk had gemaakt op de merkrechten van A&F werd zonder veel omhaal vastgesteld door de rechter.
Waar de rechter zich nog wel over moest buigen, was onder meer de gevorderde schadevergoeding. Deze vordering neemt naast een verbod van de inbreukmakende handelingen, een belangrijke tweede plaats in. A&F had aanvankelijk verwijzing naar een aparte
schadestaatprocedure
Een gerechtelijke procedure die na de hoofdprocedure volgt waarin enkel de omvang van de schade wordt vastgesteld.
» Meer over schadestaatprocedure
schadestaatprocedure gevorderd, maar wilde nu aan de hand van een schatting toch al reeds een bedrag vorderen. Een schadestaatprocedure biedt voordelen als de schade nog niet zeker is en het opportuun is om daarom eerst de
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid in rechte vast te stellen.
A&F had de schade geschat door per inbreukmakend kledingstuk een bedrag van € 50,- te hanteren. Uitgaande van (een geschat aantal van) 75.000 kledingstukken zou de schade dus totaal € 3.750.000 bedragen. De rechter vond echter het gehanteerde schadebedrag van € 50 per kledingstuk onvoldoende concreet onderbouwd. Gedaagden hadden terecht aangevoerd dat dit bedrag niet in verhouding staat tot de normale marges op winkelprijzen van de A&F-producten. De schade moet daarom volgens de rechter toch in een schadestaatprocedure worden vastgesteld.
A&F heeft voorts gevorderd dat alle gedaagden aansprakelijk worden gesteld voor vergoeding van de schade. Er is volgens hen namelijk sprake van collectieve aansprakelijkheid. Collectieve (hoofdelijke) aansprakelijkheid is aan de orde indien één van een groep
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig schade toebrengt en de kans daarop de rest van de groep had moeten weerhouden van de gedragingen in groepsverband. De rechter volgt A&F hierin. Hoewel één van de gedaagden duidelijk het brein was van het uitgewerkte plan om namaakgoederen te laten produceren en in te voeren, hadden de anderen hun gedragingen op elkaar afgestemd en waren zij bewust van het ongeoorloofde karakter van hun gedragingen. Daardoor valt dus ook de “meelopers” een verwijt te maken.
A&F heeft naast schadevergoeding ook winstafdracht gevorderd. Bij inbreuk te kwader trouw heeft een merkhouder in beginsel recht op afdracht van de met de winst genoten winst. Schadevergoeding en winstafdracht kunnen echter niet cumuleren voor zover de gevorderde schade bestaat uit gederfde winst. In dat geval zou de
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser dubbelop worden gecompenseerd en feitelijk worden bevoordeeld. Of hiervan sprake is in deze zaak zal bij de begroting van de winstafdracht moeten worden beoordeeld in de schadestaatprocedure.
Tot slot nog de proceskosten. In procedures betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten dienen de daadwerkelijk gemaakte proceskosten door de inbreukmaker te worden vergoed. Dit is een afwijking van de regel dat de proceskosten aan de hand van forfaitaire bedragen worden toegewezen. De door A&F gevorderde proceskosten van bijna € 200.000 worden dan ook bijna geheel toegewezen.