3 min lezen

Tv-uitzending ‘Dossier huurmoord’ inbreuk op privacy? Gaat persvrijheid voor privacy?

NL

In deze zaak stelt een exploitant van een escortbureau dat een misdaadverslaggever onrechtmatig Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig
heeft gehandeld door beelden uit te zenden waarin hij volledig herkenbaar in beeld is. Gaat persvrijheid voor privacy bij het aan de kaak stellen van een dergelijk ernstig misdrijf (poging tot uitlokking van moord)? Mediarecht advocaat Thomas van Vugt bespreekt het arrest van het hof.

Poging tot uitlokking moord

De exploitant heeft geprobeerd twee mannen te bewegen om een concurrent in de escortwereld te vermoorden. De mannen filmen deze gesprekken en stappen vervolgens naar een bekende misdaadverslaggever. Hij schakelt de politie is waarna zowel de mannen als de exploitant worden opgepakt. De misdaadverslaggever maakt vervolgens van dit verhaal een tv-uitzending, waarbij het gezicht en de volledige identiteit van de exploitant kenbaar worden gemaakt.

Vrijheid van meningsuiting voor privacy exploitant?

In kort geding vordert de exploitant onder andere immateriële schadevergoeding (voorschot van € 500.000,-) omdat de misdaadverslaggever zijn privacy heeft geschonden. De misdaadverslaggever vindt dat de vrijheid van meningsuiting hier voor de privacy van de exploitant moet gaan. Dit vanwege de ernst van de misstand en de mate waarin de beschuldiging wordt ondersteund door de feiten, namelijk de beeld- en geluidopnames.

Rechtbank: persvrijheid in dit geval voor privacy

De voorzieningenrechter moet een afweging maken tussen twee fundamentele rechten: eerbiediging persoonlijke levenssfeer versus de vrijheid van meningsuiting. De rechter komt tot de conclusie dat voor het uitzenden van een dergelijk ernstige misstand de programmamaker de persvrijheid boven de privacy van exploitant mag stellen. Zowel het tonen van de lichaamstaal als het gezicht van de exploitant zijn hier van algemeen en publiekelijk belang. De exploitant gaat tegen dit vonnis in kort geding in hoger beroep Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep
.

Hof nuanceert vonnis rechtbank

In hoger beroep zegt het hof dat de pers een bijzondere positie heeft bij het verspreiden van ideeën en informatie. Het hof bevestigt dat de programmamaker met een tv-uitzending van een dergelijk misdrijf een algemeen, publiek belang dient die een inbreuk op de privacy noodzakelijk maakt (artikel 8, lid 2 EVRM). Het hof stelt wel een grens, want het tonen van het gezicht van de exploitant voegt niets toe aan de woorden die hij spreekt en/of de gebaren die hij maakt. Het gezicht van de exploitant had dus ‘geblurd’ of ‘gewiped’ moeten worden. In dit opzicht gaat het privacybelang van de exploitant dus voor de persvrijheid. Hierbij speelt ook een rol dat de exploitant geen bekende Nederlander of publiek bekende figuur is en niet zelf de publiciteit heeft gezocht.

Verwijderen uitzending van social media

De tv-uitzending is door een anonieme publicist op YouTube en Facebook geplaatst. De exploitant zegt dat de publicist gelieerd is aan de programmamaker en wil dat zij deze laat verwijderen. Ook wil de exploitant dat de persoonsgegevens van de publicist worden opgevraagd door de programmamaker. De programmamaker stelt de anonieme publicist niet te kennen en heeft YouTube al verzocht om de uitzending te verwijderen. De rechter stelt dat de programmamaker het ‘laten verwijderen’ niet in zijn macht heeft. Wel moet de programmamaker ook Facebook verzoeken om verwijdering van de uitzending. Omdat exploitant niet heeft aangetoond dat de programmamaker betrokken is geweest bij het plaatsen van de tv-uitzending op social media, wordt de vordering tot het opvragen van de persoonsgegevens van de anonieme publicist afgewezen.

Advocaat mediarecht en schadevergoeding

Voor wat betreft de schadevergoeding is de rechter terughoudend, omdat in de bodemprocedure De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure
anders kan worden beslist. Dit is anders als er sprake is van onverwijlde spoed. Dit is niet gebleken. Voor het toewijzen van immateriële schadevergoeding zijn tal van omstandigheden van belang. In de bodemprocedure kunnen partijen nadere argumenten aanvoeren om de hoogte van de eventuele vergoeding te begroten. Dat is nu niet mogelijk.

Thomas van Vugt

Thomas van Vugt

Thomas adviseert en procedeert met name op het gebied van het verbintenissenrecht, het vastgoedrecht, en mediarecht. Bekijk hier zijn track record. Volg Thomas op Twitter en LinkedIn.
Ravel Residence