Als een vennootschap failliet gaat, blijven er regelmatig schuldeisers achter met een schadeclaim. Ook een aandeelhouder lijdt door het faillissement schade. Denk aan de waardevermindering van de
aandeel
De gedeelten waarin het kapitaal van een BV of NV is verdeeld.
» Meer over aandeel
aandelen maar ook investeringen die niet meer terugverdiend kunnen worden. Dit hoort in principe bij het ondernemersrisico. In een recente zaak dagvaardde de aandeelhouder van een failliete vennootschap de bestuurder. Is de bestuurder aansprakelijk voor de
afgeleide schade
Het leerstuk dat ziet op de indirecte schade die een aandeelhouder lijdt als gevolg van deze waardevermindering.
» Meer over afgeleide schade
afgeleide schade van de aandeelhouder? Advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma licht toe.
Afgeleide schade is de
vermogensschade
Schade aan het vermogen van de benadeelde.
» Meer over vermogensschade
vermogensschade die een aandeelhouder lijdt door de vermindering van de waarde van zijn aandelen. Onder omstandigheden kan de aandeelhouder die schade verhalen op een derde. Een derde is aansprakelijk voor afgeleide schade (ook wel
afgeleide schade
Het leerstuk dat ziet op de indirecte schade die een aandeelhouder lijdt als gevolg van deze waardevermindering.
» Meer over afgeleide schade
aandeelhoudersschade) als die derde tegenover de aandeelhouder(s) een specifieke zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Dat geldt ook als die derde een bestuurder is van de vennootschap.
In de rechtspraak zijn criteria vastgelegd wanneer een bestuurder aansprakelijk is voor afgeleide schade. Ten eerste moet de bestuurder een specifieke zorgvuldigheidsnorm hebben geschonden tegenover de aandeelhouder. Bijvoorbeeld als de bestuurder heeft gehandeld in strijd met statutaire bepalingen die een individuele aandeelhouder beogen te beschermen. Ten tweede moet de bestuurder van die schending een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt.
In een recente zaak had een aandeelhouder de bestuurder van een failliete onderneming gedagvaard en schadevergoeding gevorderd op grond van
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig handelen jegens de aandeelhouder. De rechtbank past de leer van de afgeleide schade toe en onderzoekt allereerst of er een zorgvuldigheidsnorm tussen de bestuurder en de aandeelhouder heeft bestaan. De rechtbank overweegt of dit het geval is.
In de managementovereenkomst tussen de bestuurder en de vennootschap staat namelijk dat de bestuurder zijn taak zorgvuldig, ijverig en trouw en naar het beste van zijn kunnen uitvoert op een manier die bevorderlijk is voor het belang van de vennootschap en haar aandeelhouders. Dit is een specifieke zorgvuldigheidsnorm. Immers, volgens de wet (art. 2:239 lid 5 BW) moet een bestuurder zich bij de vervulling van zijn taak richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. In de wet staat niets over het belang van de aandeelhouders. De managementovereenkomst bevat op dit punt dus een afwijking welke een zorgvuldigheidsnorm jegens de aandeelhouders oplevert.
Uit de feiten is de rechter gebleken dat de bestuurder niet altijd heeft gehandeld op een manier die bevorderlijk was voor het belang van de aandeelhouder. Hij heeft dus de zorgvuldigheidsnorm geschonden. Maar van deze schending kan de bestuurder niet een ernstig verwijt worden gemaakt. Omstandigheden die niet aan de bestuurder te wijten zijn -zoals liquiditeitsproblemen, productieproblemen en het wegvallen van een belangrijke leverancier- speelden bij de ondergang van de onderneming een grote rol.
Bovendien heeft de aandeelhouder zelf direct en indirect een grote rol in deze problemen gespeeld. De aandeelhouder was (middels een andere BV) namelijk zelf de belangrijkste leverancier van de failliete onderneming maar leverde inferieure producten. De aandeelhouder belette de bestuurder vervolgens de producten van een andere leverancier af te nemen. Ook heeft de aandeelhouder ervoor gezorgd dat de onderneming niet meer over de benodigde licentie beschikte.
Kortom, de aandeelhouder zelf heeft het de bestuurder heel moeilijk gemaakt. Partijen hebben een vergelijkbaar aandeel in het faillissement maar het initiatief daarvoor lag bij de aandeelhouder. De rechtbank gaat zelfs zo ver door te stellen dat het de aandeelhouder is die zich zeer onzorgvuldig heeft gedragen tegenover de bestuurder. De vorderingen van de aandeelhouder worden aldus afgewezen.