Het is gebruikelijk dat er bij een
stichting
Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon zonder leden of aandeelhouders.
» Meer over stichting
stichting naast het bestuur een raad van toezicht wordt ingesteld. De
statuten
De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten bepalen vaak dat de raad van toezicht na een aantal jaren automatisch defungeert. Wat nu als de betrokkenen per abuis nalaten om tijdig nieuwe leden van de raad van toezicht te benoemen? De oplossing blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Haarlem, zo licht advocaat Ondernemingsrecht Onno Hennis toe.
Bij oprichting van de betreffende stichting was bepaald dat er een raad van toezicht zou zijn. De eerste leden van de raad van toezicht zouden door het bestuur worden benoemd. Daarna voorzag de raad van toezicht zelf in haar opvolging (zogenaamd systeem van coöptatie).
De statuten bepaalden voorts dat de leden van de raad van toezicht slechts voor een periode van twee jaar benoemd worden. Daarna zouden zij automatisch aftreden (met een mogelijkheid om eenmalig voor twee jaar herbenoemd te worden). Dit is een gebruikelijke statutaire bepaling die beoogt de onafhankelijkheid van de raad van toezicht te waarborgen. De raad van toezicht stelt in de praktijk zelf een rooster van aftreden op.
De primaire taak van de raad van toezicht is toezicht houden over het bestuur. Zeker bij de wat kleinere stichtingen betekent dat hooguit eenmaal per jaar vergaderen. Bij sommige stichtingen komt het dan voor dat men vergeet voor afloop van de termijn waarvoor de raad van toezicht is benoemd tot (her)benoeming over te gaan.
In de statuten van de betreffende stichting was wél opgenomen dat indien door enige omstandigheid één of meer leden van de raad van toezicht zouden ontbreken, de overgebleven leden een bevoegd college zouden vormen. De statuten bepaalden evenwel niet wat er zou gebeuren als er helemaal geen leden van de raad van toezicht (meer) zouden zijn.
Bij stichtingen waar een raad van advies is ingesteld geldt vaak dat voor de wijziging van statuten de goedkeuring van de raad van advies vereist is. Dat gold ook voor de stichting in deze zaak.
Bij de betreffende stichting ontstond een probleem. De stichting wilde namelijk met een andere stichting fuseren, maar voor een fusie was de medewerking van de raad van toezicht nodig. En die was er nu juist niet. Bovendien konden de statuten ook niet gewijzigd worden, want daarvoor was nu juist de goedkeuring van de raad van toezicht nodig.
Ter oplossing van het probleem verzocht de stichting de rechtbank om een door haar voorgesteld persoon te benoemen als (enig) lid van de raad van toezicht. De stichting deed dat op de voet van artikel 2:299 BW dat bepaalt dat telkens wanneer het bestuur van een stichting ontbreekt of daarin niet overeenkomstig de statuten wordt voorzien, de rechtbank het bestuur kan aanvullen. Volgens de stichting diende deze bepaling naar analogie te worden toegepast voor de raad van toezicht.
De rechtbank ging daar echter niet in mee. Volgens de rechter kan hij niet beslissen op verzoeken die niet expliciet in de wet zijn opgenomen. Dat brengt het gesloten systeem van de verzoekschriftprocedure met zich mee, aldus de rechtbank.
Subsidiair verzocht de stichting dat de rechtbank de statuten zou wijzigen, in die zin dat indien er geen raad van advies (meer) zou zijn, het bestuur één lid kan aanwijzen die vervolgens de raad van advies zou samenstellen. Dat verzoek deed de stichting op basis van artikel 2:294 BW, dat bepaalt dat indien ongewijzigde handhaving van de statuten ongewenste gevolgen heeft en zij die de statuten kunnen wijzigen dat nalaten, iedere belanghebbende de rechtbank kan verzoeken de statuten te wijzigen.
Dit verzoek wordt wel toegewezen. Daarmee is de catch-22 ook opgelost. Het bestuur kan (alsnog) de voorgestelde persoon tot lid van de raad van advies benoemen die vervolgens de rest van de raad samenbrengt.