Een
bankgarantie
De garantstelling van een bank om een geldbedrag aan de begunstigde uit te keren als de wederpartij niet nakomt of niet betaalt.
» Meer over bankgarantie
bankgarantie is een veelvoorkomende financieringsconstructie en strekt tot het verkrijgen van (bijna absolute)
zekerheidsrecht
Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid voor de onderliggende rechtsverhouding. Deze zekerheid zorgt soms ook voor aparte situaties. De rechtbank Oost-Brabant kreeg zo’n aparte situatie voorgelegd in deze zaak. Advocaat ondernemingsrecht Thomas van Vugt licht toe.
Bankgarantie is niet in de wet terug te vinden. Dit betekent dat er ook geen specifieke vereisten zijn waar een bankgarantie aan dient te voldoen. Het hangt van de omstandigheden af of er al dan niet sprake is van een bankgarantie. De partijen bij een bankgarantie zijn de opdrachtgever (Principal), de bank en de begunstigde (Benificiary).
Een bijzondere vorm van de bankgarantie is de vaak gebruikte ‘abstracte’ of ‘onafhankelijke’ bankgarantie. Bij deze vorm dient de bank over te gaan tot betaling aan de begunstigde op eerste verzoek, ongeacht de omstandigheden. Vandaar dat het bij een abstracte of onafhankelijke bankgarantie neerkomt op strikte grammaticale interpretatie.
Onlangs heeft de Hoge Raad bovenstaande bevestigd: uit de aard en functie van de abstracte bankgarantie vloeit voort dat de uitleg van de
garantie
De waarborg dat een gekocht product deugdelijk is.
» Meer over garantie
garantie groot gewicht toekomt aan de (strikt te lezen) bewoordingen (HR 13 maart 2015 (ABN AMRO Bank/Amstelpark Tennis Promotions c.s.)). In onderhavige casus kwam het ook neer op een strikte grammaticale interpretatie en bracht ook gelijk een probleem met zich: hoe dient een bank zich op te stellen bij een grammaticale bankgarantie indien een partij beroep doet op een bankgarantie die geen partij is bij de onderliggende rechtsverhouding.
In deze casus diende de huurder namelijk een bankgarantie af te geven ter hoogte van drie maanden huur. Indien de huurder zijn huur niet zou betalen, zou de verhuurder aanspraak maken op de bankgarantie en zonder problemen uitbetaald krijgen. Het probleem was dat niet de verhuurder, maar de moedervennootschap van de verhuurder was opgenomen in de bankgarantie. Toen de moedervennootschap aanspraak maakte op de bankgarantie keerde de bank na protest van de huurder, niet uit. De huurder gaf namelijk aan dat het geld aan de verkeerde partij (de moedervennootschap) zou worden uitgekeerd.
De moedervennootschap stelde zich op het standpunt dat de bank het bedrag diende uit te keren, omdat er sprake was van een abstracte bankgarantie. Op het moment dat een begunstigde aanspraak maakt op de bankgarantie is de bank gehouden om uit te keren. Men spreekt ook wel bij een bankgarantie van: ‘eerst betalen en daarna pas praten’.
De rechter ging hier echter niet in mee en stelde dat een bankgarantie strekt ter zekerheid van de onderliggende rechtsverhouding. Nu de verkeerde partij was opgenomen, was er ook geen sprake van een onderliggende rechtsverhouding tussen de moedervennootschap en de huurder.
Bovendien bleken de verhuurder en moedervennootschap bij het opmaken van de bankgarantie op de hoogte te zijn dat verkeerde partijen werden opgenomen. Het beroep dat het niet uitkeren naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, ging dan ook volgens de rechter niet op.
Het is van belang om bij een bankgarantie zeer precies te werk te gaan. Een bank moet immers (in beginsel) uitkeren als de begunstigde hier om vraagt. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen, zoals in onderhavige casus, kan hier van worden afgeweken.