De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam besliste onlangs dat het beroep op een regeling in een aandeelhoudersovereenkomst, die bepaalde dat een besluit tot ontslag van de bestuurder genomen moest worden met unanimiteit van stemmen, in strijd was met de
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid. Volgens de voorzieningenrechter ging een dergelijke bepaling te ver, en diende deze niet het
vennootschappelijk belang
Het belang waarnaar de bestuurders van een vennootschap zich moeten richten.
» Meer over vennootschappelijk belang
vennootschappelijk belang. Advocaat ondernemingsrecht Sander Schouten legt uit hoe het zit.
Het bestuur van de vennootschap werd gevormd door drie van de vier aandeelhouders. Tussen deze aandeelhouders was in de
statuten
De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten opgenomen dat voor benoeming, ontslag en schorsing kan worden besloten, mits minimaal 2/3 van de aandeelhouders daartoe besliste. Dit, in tegenstelling tot de aandeelhoudersovereenkomst. De aandeelhoudersovereenkomst schreef immers voor dat een dergelijk ontslagbesluit met unanieme stemmen diende te worden genomen. Aangezien het bestuur enkel werd vertegenwoordigd door aandeelhouders was het nemen van een dergelijk besluit nagenoeg onmogelijk.
Op een goed moment bleek één van de bestuurders niet meer op één lijn te liggen met de rest van het bestuur. Dit werd haar dan ook medegedeeld in een e-mail. In deze e-mail stond onder andere dat de chemie in het bestuur ontbrak en dit (nadelige) gevolgen heeft voor de vennootschap. Zij werd door de andere bestuurders ‘vrijgesteld van werkzaamheden’.
De bestuurder liet zich echter niet zo makkelijk aan de kant zetten en vorderde nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst op straffe van een
dwangsom
De veroordeling om een geldsom te betalen wegens het niet voldoen aan een vonnis.
» Meer over dwangsom
dwangsom van 1.000.000 euro. De voorzieningenrechter heeft de vordering grotendeels toegewezen en verbood de vennootschap de bestuurder in kwestie te ontslaan. Het Hof wees echter anders en vernietigde het vonnis.
In de wet wordt in artikel 2:244 lid 2 BW bepaald dat een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurder geen quorum van meer dan 2/3 van de stemmen in een
aandeelhoudersvergadering
Het orgaan binnen een vennootschap waarin alle aandeelhouders zijn vertegenwoordigd.
» Meer over aandeelhoudersvergadering
aandeelhoudersvergadering mag hebben. Minder is altijd toegestaan. Het idee achter dit artikel is dat, op het moment dat 2/3 tegen een bestuurder is er eveneens sprake is van een verstoorde verhouding binnen de vennootschap. Het unanimiteitsvereiste, zoals neergelegd in de aandeelhoudersovereenkomst, bleek dan ook in strijd te zijn met dit wetsartikel.
Alhoewel het niet verboden is een dergelijke clausule op te nemen blijkt de bepaling wel snel in strijd te worden geacht met de redelijkheid en billijkheid zoals neergelegd in artikel 2:8 lid 2 BW, zo redeneerde de voorzieningenrechter. Nu er volgens duidelijk sprake is van een verstoorde verhouding van de interne verhoudingen en veelvuldig is gepoogd met gesprekken de irritaties weg te nemen, moet de drempel van unanimiteit in dit geval moet wijken voor het belang van de vennootschap. Een beroep op nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst is in dit geval onaanvaardbaar en stuit af op de redelijkheid en billijkheid.
In principe is men vrij om alles in overeenkomsten op te nemen, zo ook aandeelhoudersovereenkomsten. Er mag van bepalingen worden afgeweken, maar elke bepaling zal worden getoetst aan de redelijkheid en billijkheid. Indien een bepaling het vennootschappelijk belang probeert te beschermen, zoals bijvoorbeeld het neergelegde quorum van 2/3 voor bijvoorbeeld een ontslagbesluit, kan het overschrijden van die norm al vaak in strijd met de redelijkheid en billijkheid worden gezien. Hierdoor is het maar de vraag of men zich daarop kan beroepen.