Op 4 mei jl. wees de Hoge Raad een interessant arrest over bestuurdersaansprakelijkheid, regres en de
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaring van vorderingen van een B.V. op haar bestuur. Uiteindelijk bleek in dit geval de vordering van de
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator op de bestuurder te zijn
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaard. Advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma legt uit.
De casus is als volgt. In 1994 zijn een B.V. en haar bestuurder door (de advocaat van) een derde partij gedagvaard wegens
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig handelen door die B.V. en die bestuurder. In 2001 besliste de rechtbank in een tussenvonnis dat zowel de bestuurder als de B.V. onrechtmatig hadden gehandeld: de bestuurder had een concurrentiebeding en
geheimhoudingsbeding
Bepaling in een contract waarin partijen overeenkomen dat zij aan geheimhouding zijn gebonden ten aanzien van bepaalde informatie.
» Meer over geheimhoudingsbeding
geheimhoudingsbeding geschonden en daarna onrechtmatig gehandeld, en de B.V. had op haar beurt onrechtmatig gehandeld door van de bestuurders
onrechtmatige daad
Onrechtmatig handelen leidt tot aansprakelijkheid. In sommige gevallen geeft de wet aan dat een derde aansprakelijk is voor door een ander veroorzaakte schade.
» Meer over onrechtmatige daad
onrechtmatige daad te profiteren.
In januari 2002 veroordeelde de rechtbank de B.V. en de bestuurder
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk tot schadevergoeding. Dat vonnis is onherroepelijk geworden. Kort na dit vonnis heeft de B.V. haar activa verkocht; met de opbrengst daarvan heeft de B.V. ca. 90% van de toegewezen schadevergoeding voldaan. In augustus 2002 ging de B.V. failliet. Onduidelijk blijft of de bestuurder zich in de tussentijd – bijvoorbeeld op het moment dat de B.V. failliet ging – als bestuurder heeft laten uitschrijven.
In elk geval heeft de curator pas na bijna 5 jaar – in juni 2007 – de bestuurder gedagvaard. Hij stelde de bestuurder aansprakelijk voor het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW, omdat sprake zou zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Subsidiair stelde de curator dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk had vervuld als bedoeld in artikel 2:9 BW. Tenslotte stelde de curator dat, nu de B.V. en de bestuurder hoofdelijk waren veroordeeld tot schadevergoeding, maar de B.V. daarvan 90% voor haar rekening had genomen, de B.V. boven haar draagplicht had voldaan, en daarom nog een vordering had tot vergoeding van hetgeen zij boven haar draagplicht voldeed (een
regresvordering
Vordering tot verhaal op een medeschuldenaar.
» Meer over regresvordering
regresvordering, als bedoeld in artikel 6:10 lid 2 BW).
De rechtbank en het hof wezen de vorderingen af. De primaire vordering, wegens (faillissements)bestuurdersaansprakelijkheid is kennelijk op inhoudelijke gronden afgewezen, want die vordering kon nog niet zijn verjaard: de vordering was immers ingesteld binnen 5 jaar na de datum van het faillissement. Rechtbank en hof oordeelden dat de subsidiaire vorderingen (ex: 2:9 BW en 6:10 BW) wel waren verjaard, en wezen de vorderingen van de curator af. De Hoge Raad liet dit oordeel in stand.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de verjaringstermijn van zowel de vorderingen ex 2:9 BW en 6:10 BW verband hielden met de procedure die al in 1994 was ingesteld. De B.V. had, op het moment dat zij in die procedure werd betrokken, reeds wetenschap van feiten waaruit de schade voor haar voortvloeide (namelijk: haar (mogelijke) hoofdelijke
aansprakelijkheid
De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid) vanwege het handelen van de bestuurder. Voor het aanvangen van de
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaringstermijn is voldoende dat twee partijen in rechten worden betrokken en daarbij hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden, en daardoor bekent worden met feit waaruit de schade kan voortvloeien. Omdat het nog onzeker is of de rechter de vordering zal toewijzen, en hoe hoog de schade is, doet niet ter zake. De verjaringstermijn was dus in 1994 gaan lopen, en het hof meende dat de verjaringstermijn in dit geval was verstreken. Daarbij is iets opmerkelijks aan de hand.
Artikel 3:321 lid 1 aanhef en sub d BW, in verband met artikel 3:320 BW bepalen namelijk dat sprake is van een verlenging van de verjaringstermijn tussen de
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon (de B.V.) en haar bestuurders. Met andere woorden: zolang een persoon (statutair) bestuurder van een rechtspersoon is, verjaren vorderingen van die rechtspersoon op de bestuurder niet. Indien de verjaringstermijn zou verstrijken gedurende het bestaan van die verlengingsgrond, wordt de verjaringstermijn verlengd totdat zes maanden zijn verstreken nadat de verleningsgrond is komen te vervallen. Met andere woorden: de vordering van de BV op de bestuurder kon alleen maar verjaard zijn als de bestuurder al was teruggetreden. Pas zes maanden daarna verstrijkt de verjaringstermijn (als die zonder het bestaan van de verlengingsgrond al was verstreken). Het opmerkelijke is dat uit de casus niet blijft of dat was, en zo ja, wanneer hij dan is teruggetreden. Het faillissement zelf heeft immers niet tot gevolg dat het bestuurder van een B.V. aftreedt. Dat moet het bestuur nog altijd afzonderlijk doen (maar in de praktijk gebeurt dit niet).
In dit verband kan het dus raadzaam zijn dat de bestuurder van een BV zich laat uitschrijven op het moment van het faillissement. Zolang hij dat niet doet blijft de verlengingsgrond immers van kracht, en kan een vordering van de BV op hem niet verjaren, ook niet als het faillissement wordt uitgesproken. Pas de bestuurder terugtreedt, kan de verjaringstermijn gaan lopen. De curator moet dan dus snel in actie komen om de bestuurder alsnog aansprakelijk te stellen, anders verjaart de vordering.
AMS Advocaten is een advocatenkantoor gespecialiseerd in
bestuurdersaansprakelijkheid
Een breed, algemeen begrip voor de aansprakelijkheid van de bestuurder van een rechtspersoon jegens ofwel die rechtspersoon of een of meer schuldeisers of andere belanghebbenden bij die rechtspersoon. De wet kent een aantal specifieke bepalingen over bestuurdersaansprakelijkheid.
» Meer over bestuurdersaansprakelijkheid
bestuurdersaansprakelijkheid en ondernemingsrecht.