Het bestuur van een
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon dat de taak om te besturen niet behoorlijk vervult kan in privé aansprakelijk worden gehouden voor de schade die uit dit onbehoorlijke handelen voortvloeit. Binnen een meerhoofdig bestuur bestaat er echter ook een mogelijkheid om te ‘disculperen’. Aan de hand van een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam legt advocaat ondernemingsrecht Sander Schouten deze mogelijkheid uit.
Nadat plots was gebleken dat een vereniging haar betalingsverplichting niet meer kon nakomen, kwam na onderzoek naar voren dat grote bedragen (van in totaal € 200.000,-) waren overgeboekt naar een andere bankrekening van een aan haar gelieerde
stichting
Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon zonder leden of aandeelhouders.
» Meer over stichting
stichting. De overboeking naar deze bankrekening vond plaats zonder noemenswaardige redenen en bracht de vereniging plots in acute liquiditeitsproblemen.
De vereniging houdt vervolgens (i) de stichting en (ii) het bestuur van de stichting aansprakelijk voor het plotselinge tekort en geleden schade. De advocaat van de vereniging vordert in deze procedure dat de rechtbank oordeelt dat de stichting en het bestuur
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig hebben gehandeld door zonder grondslag gelden te onttrekken.
Een van de bestuurders (de ‘secretaris’) gaf echter aan dat haar geen ernstig verwijt treft, omdat zij als bestuurder uitsluitend werkzaamheden heeft verricht die zagen op het organiseren van activiteiten. Bestuurlijke werkzaamheden, zoals bijhouden van administratie, hoorden niet onder deze werkzaamheden, althans zo betoogde de bestuurder. Bovendien was zij niet in bezit van alle bankpassen.
De rechtbank ging echter niet in het betoog mee. Een bestuurder kan zich namelijk enkel disculperen door aan te tonen dat hem mede gelet op de aan andere toebedeelde taken geen ernstig verwijt treft én niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de tekortkomingen af te wenden.
Het feit dat in de procedure vast is komen te staan dat de overboekingen (a) niet in het belang waren van de vereniging en (b) uit de verklaringen af te leiden was dat de desbetreffende bestuurder wist of behoorde te weten dat deze bedragen waren onttrokken, terwijl zij (c) geen actie heeft ondernomen zorgt ervoor dat de rechtbank overwoog dat haar geen disculpatiemogelijkheid toekwam.
Immers, door het nalaten van het onderzoek heeft zij als bestuurder onvoldoende invulling gegeven aan haar bestuurstaak: een bestuurder dient immers risico’s van betalingen van tevoren in te schatten en maatregelen te treffen als er vermoedens zijn dat iets niet volledig in de haak is. Een bestuurder dient op dat moment betrokken te zijn en maatregelen te nemen zodat er geen sprake kan zijn van onbehoorlijk besturen en dus van persoonlijke aansprakelijkheid. Ook het verwaarlozen van een belang van de rechtspersoon kan hiertoe behoren.
Mochten er ongeregeldheden zijn, dan is het advies om een pro actieve houding als bestuur aan te nemen. Dit kan door middel van het (tijdelijk) schorsen van de desbetreffende bestuurder of het doen van een intern onderzoek naar de handelwijze. In ieder geval is het van belang om snel actie te ondernemen, mocht men als bestuurder niet ook aansprakelijk willen worden gehouden.