De voormalige eigenaar van een onderneming start een nieuwe onderneming in dezelfde branche. Hij komt bij zijn oude klanten over de vloer om concurrerende producten te verkopen. De nieuwe eigenaar van de onderneming is niet blij. Hij wil hier snel een einde aan maken en vordert daarom in een kort geding een gebod om de concurrerende activiteiten te staken. Advocaat ondernemingsrecht Thomas van Vugt legt aan de hand van het vonnis uit hoe met dit soort situaties om te gaan.
Onderneming Y koopt in 2013 onderneming X van eigenaar Z. Daar vallen ook het klantenbestand, de receptuur van de producten en het
merkenrecht
De bescherming die een houder van een merk geniet tegen gebruik van zijn merk door derden.
» Meer over merkenrecht
merkenrecht van X onder. Voormalig eigenaar Z blijft nog werken voor de koper. Afspraken worden in een nieuwe managementovereenkomst vastgelegd. Daarin is onder meer een concurrentiebeding opgenomen. Jaren gaat de samenwerking goed, totdat de koper ontdekt dat Z een nieuwe onderneming is gestart in concurrerende producten. De koper laat het hier niet bij zitten en start een kort geding.
In het kort geding tracht Z de zaak − onnodig − ingewikkeld te maken. Zo was er volgens Z geen sprake van een managementovereenkomst maar een agentuurovereenkomst, waardoor het
concurrentiebeding
De contractuele beperking voor een werknemer om na beëindiging van het dienstverband werkzaam te zijn in concurrerende functies of in een zekere aan de werkgever gerelateerde branche.
» Meer over concurrentiebeding
concurrentiebeding niet toepasselijk zou zijn. Verder was hij van mening dat de boete die werd gevorderd veel te hoog was. Deze tactiek komt vaker voor in kort geding. Niet alle geschillen lenen zich namelijk voor een kort geding. Omdat het een zeer verkorte procedure is, worden er geen getuigen of deskundigen gehoord. Ook doet de rechter maar een beperkt feitenonderzoek. Als het geschil dus te ingewikkeld is om op zo’n korte termijn te worden behandeld, zal de rechter de partijen verwijzen naar een
bodemprocedure
De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure.
De rechter laat in deze zaak echter in het midden of er sprake is van een management- of een
agentuurovereenkomst
De overeenkomst waarbij een handelsagent tegen provisie bemiddelt bij het totstandkomen van koopovereenkomst tussen een opdrachtgever en derden.
» Meer over agentuurovereenkomst
agentuurovereenkomst en of daarmee het concurrentiebeding geldig is. Omdat er een onderneming is verkocht, is een arrest van de Hoge Raad uit 1997 van belang. Uit dit arrest blijkt dat iemand die zijn onderneming heeft verkocht niet vrij staat om met de door hem verkochte onderneming in concurrentie te treden (ongeacht of er een concurrentiebeding is overeengekomen of niet). De rechter acht het gevorderde verbod om klanten te benaderen en daarmee concurrerende zaken te doen gerechtvaardigd. Daar moet voormalig eigenaar Z mee stoppen. Maar hem helemaal verbieden om concurrerende activiteiten te ondernemen ging de rechter te ver. Dat zou een te grote beperking van de ondernemersvrijheid van de voormalig eigenaar betekenen.
Bij de overname van ondernemingen is het gebruikelijk om in de overnameovereenkomst een (non-)concurrentiebeding op te nemen. Dit om te voorkomen dat een voormalige eigenaar een directe concurrent wordt van de nieuwe eigenaar in een bepaalde markt/branche. Op schending van dit beding is altijd een (fikse) boete gesteld. Om discussie achteraf over de toepassing en de uitleg van een concurrentiebeding te voorkomen, is het aan te raden bij het opstellen van een overnamecontract juridisch advies in te winnen.