3 min lezen

Ontzetting (royering) van leden van een vereniging

NL

Bijna iedere Nederlander is wel lid van een vereniging; of het nu gaat om een sportvereniging, een carnavalsvereniging of een politieke partij. Het lidmaatschap eindigt vaak door uitschrijving, maar komt soms ook op een andere manier tot een einde. Eerder schreven wij al over het opzeggen van het lidmaatschap en de mogelijkheden voor leden om daar tegen in verweer te komen. Een andere optie is het ontzetten van een lid, ook wel het royeren genoemd.

Opzegging en ontzetting

De vereniging bij eenzijdige beëindiging van het lidmaatschap kiezen voor opzegging of ontzetting. Hoewel het gevolg (einde lidmaatschap) hetzelfde is, zijn er belangrijke verschillen tussen de opzegging en de ontzetting. Waar het opzeggen gezien wordt als een beleidsmaatregel, heeft ontzetten een meer disciplinair karakter. Ontzetten is de zwaarste sanctie die aan een lid kan worden opgelegd. 

Bevoegdheid tot ontzetten

Artikel 2:35 BW bepaalt dat het bestuur bevoegd is tot het nemen van het besluit strekkende tot ontzetting, tenzij deze bevoegdheid in de statuten De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten
aan een ander orgaan is verstrekt (bijvoorbeeld de ledenvergadering of een speciale commissie). 

De wet bepaalt dat slechts kan worden besloten tot ontzetting wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer de vereniging op onredelijke wijze wordt benadeeld. Het hangt van het concrete geval af wanneer sprake is van een onredelijke benadeling. 

Besluitvorming

Juist omdat ontzetting zo’n zware sanctie is, moet de besluitvorming zorgvuldig plaatsvinden. Zo is het belangrijk dat de procedures zoals vastgelegd in de wet en statuten worden gevolgd, dat het besluit wordt genomen na een zorgvuldige afweging en dat aan het lid de redenen voor ontzetting worden medegedeeld. Ook dient het lid op het besluit gehoord te worden. 

Aantasten besluit

Een lid dat ontzet is, kan het besluit aanvechten door voor de rechtbank te vorderen dat het besluit wordt vernietigd op grond van artikel 2:8 BW. Ook is het mogelijk om in kort geding schorsing van het besluit te vorderen, vooruitlopend op een bodemprocedure De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure
.

Volgens vaste rechtspraak is het echter niet de bedoeling dat de rechter op de stoel van het bestuur gaat zitten: de rechter moet terughoudendheid betrachten bij de beoordeling of het bestuur bij het nemen van een ontzettingsbesluit alle in aanmerking komende belangen naar redelijkheid en billijkheid Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid
heeft afgewogen en daarbij de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. 

Ondanks deze strenge norm, komt het in de praktijk geregeld voor dat rechters overgaan tot de vernietiging van een ontzettingsbesluit. Het is voor het bestuur van verenigingen dan ook zaak om een dergelijk besluit doordacht en zorgvuldig te nemen. 

Advocaat verenigingsrecht

In de praktijk hangt het van de omstandigheden van het geval af of er grond is om over te gaan tot ontzetting. AMS Advocaten adviseert zowel over het al dan niet nemen van een opzeggings- of ontzettingsbesluit en staat ook verenigingen en leden bij in procedures over opzeggings- en ontzettingsbesluiten.

Sjoerd Yntema

Sjoerd Yntema

Sjoerd is sinds september 2019 verbonden aan AMS Advocaten. Hij adviseert en procedeert voornamelijk op de rechtsgebieden ondernemingsrecht en algemeen verbintenissenrecht. Volg Sjoerd op LinkedIn.
Ravel Residence