Bij de opheffing van een VOF denken de meeste mensen aan twee zakelijke partners die uit elkaar gaan. Maar soms zijn de vennoten ook elkaars relatiepartner. De opheffing van de VOF kan in dat geval samenvallen met een echtscheiding. Bij de verdeling van de gemeenschap van de VOF speelt de waardering van de bestanddelen een grote rol. Dit legt advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma uit aan de hand van een recente uitspraak.
In deze zaak hadden de man en de vrouw samen een strandpaviljoen welke zij vanuit een VOF exploiteerden. Het strandpaviljoen was aan de man toebedeeld. Hierover bestond geen discussie. Waar de ex-partners wel over twistten, was de waarde van het strandpaviljoen. De waarde was van belang voor de boedelscheiding omdat de man – door de toebedeling van het strandpaviljoen – zou worden overbedeeld. Hij zou de helft van de waarde aan de vrouw moeten vergoeden. De man was dus gebaat bij een zo laag mogelijke taxatie terwijl voor de vrouw natuurlijk het omgekeerde gold.
Om deze
impasse
Een situatie waarbij partijen in een conflictsituatie vast zitten omdat geen van hen wil of kan bewegen.
» Meer over impasse
impasse te doorbreken, had de rechter een deskundige aangesteld met de instructie om de marktwaarde vast te stellen. Deze deskundige, een horecamakelaar, heeft vervolgens een rapport uitgebracht en de waarde van het paviljoen vastgesteld op € 50.000. Vervolgens hebben beide partijen de gelegenheid gehad om in een zogeheten ‘conclusie na
deskundigenbericht
Soms moet er in de procedure advies worden ingewonnen bij een deskundige, bijvoorbeeld een accountant of een makelaar. De rechter kan zo'n deskundigenadvies op verzoek van een partij of ambtshalve bevelen.
» Meer over deskundigenbericht
deskundigenbericht’ te reageren op dit taxatierapport.
De vrouw vond de taxatie – zoals wel te verwachten – te laag. De deskundige zou – volgens de vrouw – bepaalde gegevens niet hebben meegewogen. Voorts zou zij geen inzage hebben gehad in de stukken die de man zou hebben verstrekt. En eigenlijk was ook de waardering van de opstal, de inventaris en de goodwill te laag.
De rechter stelt dat het door de deskundige uitgebrachte rapport in beginsel als uitgangspunt dient te gelden voor de verdere beoordeling in deze zaak. Immers, de deskundige is onafhankelijk want hij is door de rechtbank – en niet één van de partijen – benoemd. Volgens vaste rechtspraak kan van de uitkomsten van het rapport worden afgeweken als er sprake is van zwaarwegende bezwaren. Bijvoorbeeld bezwaren ten aanzien van de wijze waarop de deskundige zijn werkzaamheden heeft verricht of als de inhoud van het rapport niet voldoet aan de eisen van onpartijdigheid, consistentie, inzichtelijkheid en logica.
De bezwaren van de vrouw verwerpt de rechter. De deskundige heeft in zijn rapport (na een eerste schriftelijke reactie op het concept) al adequaat op deze bezwaren gereageerd. De rechter vindt bovendien dat is gebleken dat de deskundige over meer dan voldoende financiële kennis beschikt om de vof van partijen te waarderen. Er is een gedegen onderzoek gedaan en de rechter neemt het oordeel van de deskundige over. Het strandpaviljoen wordt gewaardeerd op € 50.000 en de man zal in dit kader de vrouw een bedrag van € 25.000 moeten betalen.