De bestuurder van een vennootschap boekte een forse, verpande rekening-courantvordering die de vennootschap op hem in privé had af, waarna hij de vennootschap ontbond. De bank mocht deze afboeking vernietigen, zo oordeelde de Rechtbank Noord-Holland recent. Advocaat Sander Schouten bespreekt de zaak.
De bank had sinds 2005 een kredietovereenkomst met de vennootschap. Als
zekerheidsrecht
Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid vestigde de bank een (stil)
pandrecht
Een pandrecht is een beperkt recht strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
» Meer over pandrecht
pandrecht op “alle huidige en toekomstige bedrijfsactiva, waaronder de vorderingen”van de vennootschap. In 2013 beëindigde de bank de kredietovereenkomst, omdat de vennootschap de maximale kredietfaciliteit had overschreden. Op dat moment bedroeg de vordering van de bank ongeveer € 85.000,-.
De bestuurder van de vennootschap had een rekening-courantschuld aan de vennootschap, die in 2016 opliep tot ruim € 150.000,-. De bank wilde haar vordering op de vennootschap verhalen door haar pandrecht op de rekening-courantvordering uit te winnen.
In 2017 werd de vennootschap “bij gebrek aan baten” ontbonden. De bestuurder liet de bank weten dat de rekening-courantvordering van de vennootschap op hem was afgeboekt, omdat deze vordering volgens de bestuurder oninbaar zou zijn. Volgens de bestuurder had hij tevens nog recht op achterstallig salaris, dus kon een en ander tegen elkaar worden afgestreept.
In de procedure ging het voornamelijk om de vragen of (i) de bank een rechtsgeldig pandrecht had gevestigd op de rekening-courantvordering en (ii) of de bank de afboeking kon vernietigen om daarmee het pandrecht te doen herleven. Spoiler alert: het antwoord op beide vragen is ‘ja’.
In mijn vorige blog ben ik uitgebreider ingegaan op de algemene vereisten voor het vestigen van een pandrecht. Een zeer algemene beschrijving van de verpande
goed
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
» Meer over goed
goederen kan voldoende zijn, als achteraf aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld welke goederen zijn verpand.
Voor het vestigen van een pandrecht op een vordering die de pandgever op haar
debiteur
De schuldenaar, iemand die nog moet betalen voor een bepaald product of dienst.
» Meer over debiteur
debiteur heeft, stelt de wet een extra eis. De te verpanden vordering – in de procedure: de rekening-courantvordering van de vennootschap op de bestuurder – moet op het moment van
verpanding
Verpanding is het vestigen van een pandrecht op een goed.
» Meer over verpanding
verpanding voortvloeien uit een op dat moment reeds bestaande rechtsverhouding.
De bestuurder stelde dat de rekening-courant verhouding met het bouwbedrijf op het moment van de verpanding nog niet bestond, maar de rechtbank geloofde daar niets van. Toen de kredietovereenkomst werd gesloten – en daarmee de verpanding plaatsvond – bestond het bouwbedrijf reeds enkele jaren. De rechtbank vond het onaannemelijk dat de rekening-courantverhouding pas later zou ontstaan, terwijl de vennootschap al enige tijd bestond.
Om die reden was volgens de rechtbank sprake van een ‘reeds bestaande (en daarom verpandbare) rechtsverhouding’.
Dan de afboeking van de rekening-courantvordering. De wet regelt dat een onverplichte
rechtshandeling
Een rechtshandeling is een feitelijke handeling met rechtsgevolg.
» Meer over rechtshandeling
rechtshandeling kan worden vernietigd, als daardoor een schuldeiser in zijn verhaalsmogelijkheden wordt benadeeld en als de betrokken partijen dit wisten. Dit wordt ook wel de ‘pauliana’ genoemd.
Volgens de rechtbank was aan deze voorwaarden voldaan. Hoewel de bestuurder stelde dat de rekening-courantvordering werd verrekend met nog te betalen salaris – en daarom niet onverplicht zou zijn, oordeelde de rechtbank dat de bestuurder onvoldoende had bewezen dat hij van de vennootschap nog salaris had moeten krijgen. Daar kwam bij dat de bestuurder en de vennootschap niet zomaar hadden mogen besluiten dat de rekening-courantvordering oninbaar zou zijn.
De bank mocht de afboeking dus vernietigen, met als gevolg dat het pandrecht op de rekening-courantvordering herleefde.
Hoewel bij het sluiten van grotere commerciële contracten wellicht niet altijd ruimte is voor uitgebreide onderhandelingen over pandrechten, dient u zich vooraf goed te informeren over de mogelijke gevolgen. Als u eenmaal bepaalde zekerheid heeft verstrekt, dan zult u onder omstandigheden rekening moeten houden met uw crediteur.
Heeft u vragen over (het opstellen van) overeenkomsten of
zekerheidsrecht
Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheden? De advocaten van AMS hebben jaren ervaring en staan u graag te woord!