Het komt regelmatig voor dat een onderneming twee bestuurders heeft die ook beide aandeelhouder zijn. Omdat besluiten met een meerderheid van stemmen moeten worden genomen, ligt het gevaar van een patstelling dan al gauw op de loer. Het schorsen van één van de bestuurders kan de
impasse
Een situatie waarbij partijen in een conflictsituatie vast zitten omdat geen van hen wil of kan bewegen.
» Meer over impasse
impasse doorbreken maar hoe gaat een schorsing in zijn werk? Advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma legt uit.
Een vordering tot schorsing kan alleen worden toegewezen door de rechter als er voldoende grond is om de bestuurder in kwestie te schorsen. Uitgangspunt hierbij is dat een
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon en zijn bestuurders, zich jegens elkaar moeten gedragen naar hetgeen door
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd (artikel 2:8 van het Burgerlijk Wetboek). Een bestuurder kan worden geschorst indien er een zwaarwegende reden is die meebrengt dat van de vennootschap in redelijkheid niet kan worden gevergd dat de bestuurder nog langer zijn taken uitoefent.
Onlangs wees de voorzieningenrechter een uitspraak waarin hij één van de twee bestuurders van een uitgeverij met onmiddellijke ingang schorste. Binnen de uitgeverij was een patstelling ontstaan omdat de (bestuurder-)aandeelhouders evenveel stemrechten hebben en daardoor niet de vereiste meerderheid kan worden gevormd om, op voorstel van de ene aandeelhouder, besluiten te nemen waarmee de andere aandeelhouder het niet eens is. Bestuurder-aandeelhouder B (hierna: bestuurder B) wil deze patstelling doorbreken door bestuurder A als bestuurder te schorsen en start een kort geding.
Wat was er aan de hand? Beide bestuurders hadden de gewoonte om maandelijks -naast hun salaris- onttrekkingen te doen van de zakelijke rekening, alsof er sprake was van een rekening-courantverhouding. Op een gegeven moment constateerde bestuurder B dat de balans tussen de onttrekkingen en de liquide middelen van de onderneming erg uit de pas liep. Bovendien waren er hoge belastingschulden ontstaan door een fikse achterstand in de administratieverwerking.
Bestuurder B staakte meteen met de informele opnames, maar bestuurder A nam het niet zo ernstig op en ging gewoon door.
sommatie
Een schriftelijke aanmaning om binnen een bepaalde termijn een contractuele of wettelijke verplichting na te komen.
» Meer over sommatie
Sommatie van bestuurder B om de opnames te stoppen en de rekening-courantschuld aan te vullen hadden geen effect. Het ging zelfs zo ver dat bestuurder A extra geld opnam in een maand waardoor er niet genoeg geld op de rekening stond om het personeel te betalen.
Tijdens de procedure voert de advocaat van bestuurder A aan dat de onderneming financieel gezond genoeg is om de onttrekkingen in rekening-courant toe te laten. De voorzieningenrechter denkt hier -met bestuurder B- geheel anders over. Het staat vast dat de onderneming grote schulden heeft en dat er nauwelijks liquide middelen zijn. De vermogenspositie van de onderneming laat de continue (niet contractueel geregelde) onttrekkingen niet toe.
De rechter rekent het bestuurder A aan dat hij niet doordrongen lijkt of wil zijn van de ernst van de situatie. Toen bestuurder A geconfronteerd werd met de evidente wanverhouding tussen de vermogenspositie en de rekening-courantschuld heeft hij zijn opnamepatroon niet gewijzigd. Dit alleen al vindt de rechter een reden waardoor niet van de onderneming kan worden gevergd hem nog langer toe te laten tot de uitoefening van zijn bestuurszaken.
Daar komt bij dat bestuurder A verantwoordelijk was voor de tijdige aanlevering van de financieel-administratieve stukken aan de boekhouder. Deze taak heeft hij ernstig verwaarloosd, waardoor er lange tijd geen zicht was op de vermogenspositie van de onderneming en de nu spelende problematiek kon ontstaan. Het verzoek om bestuurder A te schorsen wordt dan ook door de rechter toegewezen. De maatregel is echter tijdelijk, namelijk tot 30 juni 2019 of zoveel eerder als de
ondernemingskamer
Een afdeling van het Gerechtshof te Amsterdam dat bevoegd is kennis te nemen van diverse ondernemingsrechtelijke en sociaal- of financieel-economisch georiënteerde zaken.
» Meer over ondernemingskamer
Ondernemingskamer (in een nog aanhangig te maken
enquêteprocedure
Een gerechtelijke procedure bij de Ondernemingskamer. De OK kan een onderzoek naar de gang van zaken bij en het beleid van een bedrijf bevelen, in dat kader ingrijpen in de onderneming.
» Meer over enquêteprocedure
enquêteprocedure) uitspraak heeft gedaan.