Op 27 september 2021 treedt het UBO-register in werking. En hoewel een
stichting
Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon zonder leden of aandeelhouders.
» Meer over stichting
stichting geen aandeelhouders kent, kunnen de regels omtrent het UBO-register ook verstrekkende gevolgen hebben voor betrokkenen bij een stichting. In deze blog legt advocaat ondernemingsrecht Onno Hennis uit wat het mogelijk voor u kan betekenen.
Het UBO-register is een register dat wordt aangehouden door de
Kamer van Koophandel
Een publieke instelling gericht op advisering en ondersteuning van ondernemers en beheerder van het Handelsregister.
» Meer over kamer van Koophandel
Kamer van Koophandel, waarin bepaalde gegevens van de uiteindelijke belanghebbende van de in Nederland ingeschreven
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersonen worden bijgehouden. Als uiteindelijk belanghebbende geldt doorgaans diegene die hetzij het (indirecte)
eigendom
Het het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Eigendom is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken.
» Meer over eigendom
eigendom heeft van de
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon, hetzij daarover beslissende zeggenschap kan uitoefenen. Bij besloten en naamloze vennootschappen zijn dat doorgaans de (indirecte) aandeelhouders.
Een stichting is een rechtspersoon zonder leden die beoogt om met een daartoe bestemd vermogen een in de
statuten
De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten vermeld doel te verwezenlijken. Verder is wettelijk bepaald dat het doel van de stichting niet mag inhouden dat zij uitkeringen doet aan haar oprichters of aan leden van haar organen of anderen, tenzij dit uitkeringen betreft met een ideële of sociale strekking. Dit laatste wordt het uitkeringsverbod genoemd.
Vanwege het ontbreken van financieel belanghebbenden en het uitkeringsverbod lijkt het op het eerste gezicht lastig om te bepalen wie nu als uiteindelijk belanghebbende bij de stichting dient te worden beschouwd. De wet heeft daarom een aantal definities geformuleerd.
Het moet gaan om “natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de rechtspersoon”. Daartoe behoren bij een stichting in ieder geval degene die (i) direct of indirect meer dan 25% begunstigde zijn van het vermogen, (ii) direct of indirect meer dan 25% van het stemrecht over een besluit tot
statutenwijziging
Aanpassing van statuten bij notariële akte
» Meer over statutenwijziging
statutenwijziging, of (iii) feitelijke zeggenschap over de stichting kunnen uitoefenen.
Allereerst moeten de statuten gecontroleerd worden of de stichting een begunstigde tot het vermogen kent. Daarvoor moet men het statutaire doel van de stichting bekijken en de bepaling omtrent de uitkering van het liquidatieoverschot. Verder moet men nagaan of aan bepaalde personen een uitkering wordt gedaan dat groter is dan 25% van het vermogen van de stichting.
Ten tweede moet men controleren op welke wijze de statuten worden gewijzigd. Dikwijls zal het bestuur van de stichting de bevoegdheid hebben om de statuten te wijzigen. Indien er minder dan vier bestuurders zijn, zal iedere bestuurder (tenzij bepaalde bestuurders statutair meer stemmen hebben dan anderen) als UBO gelden en dus als zodanig worden geregistreerd.
Ten slotte moet worden beoordeeld of personen – anders dan bestuurders – feitelijke zeggenschap kunnen uitoefenen op de stichting. Te denken valt aan een donateur die op basis van een
contract
Een akte (schriftelijke vastlegging) van een overeenkomst.
» Meer over contract
contract beslissende zeggenschap heeft op besluitvorming bij de stichting. Een ander voorbeeld is de economisch eigenaar op substantiële vermogensbestanddelen van de stichting. Hiervoor zal een feitelijke beoordeling van de contractuele en statutaire verhoudingen moeten worden gedaan.
In sommige gevallen zal niemand als een UBO van de stichting kwalificeren. In dat geval geldt dat de hogere leidinggevenden van de stichting als UBO moeten worden ingeschreven. In de regel is dat iedere individuele bestuurder van de stichting. Dit worden pseudo-UBO’s genoemd.
Heeft u vragen over het UBO-register? Of over de governance bij uw stichting? Neem dan contact op met een van de advocaten van AMS.