Een schuldeiser kan zich in beginsel verhalen op het volledige vermogen van de schuldenaar. Om deze verhaalsmogelijkheid te verwezenlijken met betrekking tot vorderingen die de schuldenaar heeft op derden en roerende zaken van de schuldenaar die zich onder een derde bevinden, kan een schuldeiser (conservatoir of executoriaal) derdenbeslag leggen.
De derde-beslagene (degene onder wie het
derdenbeslag
Beslag onder een partij die buiten de rechtsverhouding tussen schuldeiser en schuldenaar staat, zoals bijvoorbeeld een bank. Derdenbeslag raakt hetgeen de derde is verschuldigd aan de beslagene.
» Meer over derdenbeslag
derdenbeslag is gelegd) is verplicht om voor ieder gelegd beslag een verklaring af te leggen. Deze verplichting geldt dus zowel bij
conservatoir beslag
Een maatregel waarmee een schuldeiser kan voorkomen dat een schuldenaar zijn vermogensbestandelen verkoopt voordat de schuldeiser tot executie kan overgaan.
» Meer over conservatoir beslag
conservatoir beslag als bij
executoriaal beslag
Executiemiddel waarbij de goederen van de schuldenaar te gelde te maken zodat de schuldeiser zijn vordering uit de verkregen opbrengst kan voldoen.
» Meer over executoriaal beslag
executoriaal beslag. Als er meerdere keren beslag wordt gelegd door dezelfde beslaglegger, moet er bovendien voor ieder gelegd beslag een afzonderlijke verklaring worden afgelegd.
De wet schrijft verschillende termijnen voor de derdenverklaring voor, afhankelijk van een verzoek van de geëxecuteerde (de schuldenaar). Als de geëxecuteerde binnen twee weken na legging van het derdenbeslag schriftelijk om de verklaring verzoekt, moet de verklaring afgelegd zijn zodra vier weken zijn verstreken na de beslaglegging. Zonder zo’n verzoek dient de verklaring te zijn gedaan zodra twee weken zijn verstreken na de beslaglegging.
Een derdenverklaring moet gedagtekend en ondertekend zijn. Omdat beslaglegging een momentopname is, moet uit de verklaring blijken wat de derde-beslagene op de dag van beslaglegging verschuldigd was aan de geëxecuteerde. De derdenverklaring moet onder andere een met redenen omklede opgave bevatten waaruit blijkt of de derde-beslagene iets aan de geëxecuteerde verschuldigd is, of hij iets uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding verschuldigd zal worden aan de geëxecuteerde, dan wel of hij een
roerende zaak
Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn.
» Meer over roerende zaak
roerende zaak niet registergoed voor de geëxecuteerde onder zich heeft. De derde-beslagene kan gebruik maken van een modelformulier voor het doen van de derdenverklaring. Dit modelformulier wordt door de deurwaarder aan de derde-beslagene toegezonden.
Als de derde-beslagene in het geheel geen verklaring aflegt, kan de schuldeiser de derde-beslagene aansprakelijk stellen voor het volledige bedrag van de schuld van de schuldenaar. De schuldeiser dient hiervoor een vordering in bij de rechter ter veroordeling van de derde-beslagene voor betaling van het gehele bedrag waarvoor het beslag is gelegd, als ware hij daarvan zelf schuldenaar. De derde-beslagene wordt bij veroordeling dus, naast de schuldenaar, met zijn eigen vermogen aansprakelijk voor de gehele schuld aan de schuldeiser. Dit is een verstrekkende sanctie voor de derde-beslagene.
In een recente zaak stond de vraag ter discussie of de derde-beslagene gelet op het summiere karakter van de afgelegde derdenverklaring veroordeeld mocht worden tot betaling van de vordering waarvoor het beslag was gelegd. Het gerechtshof oordeelde dat de afgelegde verklaring zodanig tekortschoot dat deze in haar gevolgen gelijk moest worden gesteld aan het niet afleggen van een verklaring. Hierbij nam het gerechtshof onder meer in overweging dat de verklaring van de derde-beslagene niet met redenen omkleed was, ondanks dat daarom was gevraagd en dat de derde-beslagene geen gebruik had gemaakt van het modelformulier. Onder de specifieke omstandigheden van het geval was er volgens het hof aanleiding om de verklaring te voorzien van bewijsstukken.
Een verklaring waarin de derde-beslagene enkel stelt niets aan de geëxecuteerde verschuldigd te zijn, kan niet altijd als voldoende worden beschouwd in de zin van artikel 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In bepaalde situaties kan er aanleiding zijn om de derde-beslagene te verplichten tot nadere onderbouwing met bewijsstukken. Als een nadere onderbouwing van de verklaring op verzoek uitblijft, kan de rechter hieraan het gevolg verbinden dat de derde-beslagene veroordeeld wordt tot betaling van de vordering waarvoor het beslag was gelet, als ware hij daarvan zelf schuldenaar.
Heeft u advies nodig over een gelegd derdenbeslag? Of anderszins vragen over executiegeschillen? De advocaten van AMS Advocaten hebben jarenlange ervaring bij executiegeschillen en staan u graag te woord.