Elke procedure is anders. Zo verloopt een kort geding anders dan een
bodemprocedure
De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure, en is een bodemprocedure bij de kamer voor kantonzaken weer anders dan bij de sector civiel. Advocaat procesrecht Thomas van Vugt legt in dit blog uit hoe een bodemprocedure bij de sector civiel van de rechtbank in zijn werk gaat.
Als u een
declaratoir vonnis
Een vonnis waarmee de rechter door middel van een zogenaamde verklaring voor recht een rechtsverhouding tussen partijen vaststelt.
» Meer over declaratoir vonnis
verklaring voor recht nodig heeft (een bindende vaststelling van een rechtsverhouding tussen partijen door een rechter, bijvoorbeeld in eigendomsgeschillen) of een vordering met een beloop van meer dan € 25.000,-, kunt u een bodemprocedure starten bij de sector civiel van de rechtbank. Sommige zaken, zoals geschillen met betrekking tot arbeidsovereenkomsten, huur- en consumentenovereenkomsten moeten worden behandeld door de kantonrechter, ongeacht of de vordering een beloop van meer dan € 25.000 kent.
De
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser moet zich verplicht laten vertegenwoordigen door een advocaat om een procedure te mogen starten. Bij kantonzaken is dat niet het geval. De procedure begint met het uitbrengen van een
dagvaarding
De inleiding van een procedure, die tevens de oproep bevat om op een bepaalde datum bij de rechtbank te verschijnen.
» Meer over dagvaarding
dagvaarding. Dat is een door een deurwaarder betekend
exploot
Een exploot is een proces verbaal van de ambtshandeling van een deurwaarder.
» Meer over exploot
exploot waarin de eisende partij toelicht wat er tussen partijen speelt en wat hij wil dat de rechter doet. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de
wederpartij
De tegenpartij in een procedure of de partij met wie een contract is gesloten.
» Meer over wederpartij
wederpartij wordt veroordeeld om iets te doen, iets niet te doen of om iets te dulden.
In de dagvaarding wordt een roldatum genoemd: op deze datum wordt een schriftelijke zitting gehouden waarop de eiser de dagvaarding naar de rechtbank moet sturen en de
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde zich moet melden (“stellen”). Partijen hoeven op deze datum dus niet fysiek aanwezig te zijn.
Als de gedaagde niet tijdig verschijnt of verzuimt om een advocaat te stellen, bepaalt de rechter dat hij verstek verleent tegen hem. In een
verstekvonnis
Een vonnis gewezen in een procedure waarbij de gedaagde geheel niet in het geding is verschenen.
» Meer over verstekvonnis
verstekvonnis wordt de vordering van de eiser toegewezen, tenzij deze ongegrond of
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig voorkomt. Op een verstekvonnis kunt u alsnog reageren: dan moet u binnen 4 weken na betekening van het vonnis in
verzet
De gedaagde die door de rechter bij verstek is veroordeeld, kan daar in verzet tegen komen.
» Meer over verzet
verzet gaan.
Zowel de eiser als de gedaagde moeten griffierechten voldoen aan de rechtbank om te mogen procederen. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de omvang van het belang van de zaak en de hoedanigheid van de procespartij (
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon,
natuurlijk persoon
Een mens met rechten en plichten.
» Meer over natuurlijk persoon
natuurlijk persoon of onvermogend). De griffierechten moeten binnen 4 weken na de dag van de rolzitting zijn voldaan. Als niet tijdig is betaald, loopt de eiser het risico dat “
ontslag van instantie
Beëindiging van een procedure door de rechter door een gedaagde partij "te ontslaan van instantie".
» Meer over ontslag van instantie
ontslag van instantie” (beëindiging van de procedure) tegen hem wordt verleend. Tegen de gedaagde zou in geval van betalingsverzuim verstek kunnen worden verleend.
Vervolgens bepaalt de rechtbank binnen welke termijn de gedaagde een
conclusie van antwoord
Een conclusie van antwoord bevat de reactie op de dagvaarding, en kan tevens een eis in reconventie bevatten. De wet geeft diverse regels over de formaliteiten waaraan een conclusie van antwoord moet voldoen.
» Meer over conclusie van antwoord
conclusie van antwoord (verweer op de dagvaarding) moet indienen. Een verschenen gedaagde krijgt doorgaans 6 weken de tijd. In de conclusie van antwoord kan de gedaagde, naast een verweer of reactie op de dagvaarding, ook een tegenvordering stellen: een eis in reconventie. De vordering van de eiser wordt de eis in conventie genoemd. De tegenvordering van de gedaagde leidt ertoe dat twee procedures tegelijk worden behandeld: een procedure in conventie en in reconventie.
Door middel van tussenvonnissen bepaalt de rechtbank hoe de procedure verder verloopt. Er zijn verschillende mogelijkheden en het verloop is afhankelijk van hoe complex de zaak is. De duur van de procedure is dus van veel omstandigheden afhankelijk. In een tussenvonnis kan de rechtbank ook een oordeel vellen over een deel van de zaak en specifieke bewijsopdrachten aan partijen geven.
Vaak zal de rechtbank partijen oproepen voor een mondelinge zitting (
comparitie
Een zitting waar de rechter vragen aan partijen kan stellen.
» Meer over comparitie
comparitie) waarop de advocaten de gelegenheid krijgen om pleidooien te houden en de rechtbank om inlichtingen kan vragen. Partijen kunnen ook onderzoeken of een schikking tot de mogelijkheden behoort. Als zij niet tot een schikking komen, kan de rechtbank bepalen dat hij schriftelijk uitspraak zal doen. De rechtbank kan ook oordelen dat het noodzakelijk is om nog een mondelinge behandeling te gelasten, bijvoorbeeld omdat nieuwe feiten tijdens de comparitie naar boven zijn gekomen of partijen onvoldoende de mogelijkheid hebben gehad om op nieuwe stukken te reageren.
Vanwege dezelfde redenen kan de rechtbank oordelen dat er nog een mogelijkheid komt om schriftelijke stukken uit te wisselen. Bij een nieuwe schriftelijke ronde mogen eiser en gedaagde een conclusie nemen: het indienen van een schriftelijk stuk waarin het standpunt toegelicht wordt. een conclusie van repliek (eiser) en conclusie van dupliek (gedaagde). Beide partijen krijgen 6 weken de tijd. Is er al een inhoudelijk tussenvonnis gewezen, dan wordt de termijn verkort tot 4 weken. Ook kunnen partijen akten indienen: schriftelijke stukken met kortere mededelingen. De wederpartij moet altijd op nieuwe bewijsstukken kunnen reageren.
Naast het indienen van schriftelijke producties kunnen partijen ook aan bewijsopdrachten voldoen door middel van het horen van getuigen of het laten verrichten van onderzoek door deskundigen. Hiervoor kan de rechtbank extra mondelinge zittingen gelasten. Getuigen die conform de wettelijke vereisten zijn opgeroepen, zijn verplicht om een getuigenis af te leggen. Ook de eisende en gedaagde partijen kunnen optreden als getuige op eigen verzoek of op verlangen van de wederpartij.
Deskundigen kunnen zowel op verzoek van partijen of door de rechtbank (“ambtshalve”) worden gevraagd om een oordeel. Dit kan door middel van een verhoor op een mondelinge zitting of door een bericht van de deskundige.
Na de laatste proceshandeling stelt de rechtbank vast binnen welke termijn uitspraak wordt gedaan. De rechtbank streeft er doorgaans naar om dit binnen 6 weken te doen, maar het vonnis kan worden uitgesteld (“aangehouden”). Het komt vaak voor dat een vonnis wordt aangehouden .
Na het vonnis hebben partijen drie maanden de tijd om in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep te gaan. Hoger beroep is niet mogelijk als het belang van de zaak minder dan €1.750,- is. In dat geval is het vonnis in eerste aanleg definitief.