Dirk Scheringa, oprichter van DSB Bank, stelt dat DSB failliet is gegaan doordat De Nederlandsche Bank (DNB) informatie lekte. De advocaat van Scheringa heeft een verzoek ingediend tot het horen van twee getuigen, waaronder voormalig minister van financiën, Wouter Bos. Advocaat procesrecht Lennard Noordzij licht de uitspraak van de rechtbank toe.
In 2009 ging het in korte tijd mis met DSB. De Autoriteit Financiële Markten legde DSB twee boetes op voor het overkrediteren en onvoldoende informeren van klanten. Gedupeerde klanten verenigden zich onder leiding van Pieter Lakeman. Op donderdag 1 oktober 2009 heeft Lakeman in het tv-programma Goedemorgen Nederland rekeninghouders van de DSB bank geadviseerd om onmiddellijk hun spaargeld bij DSB Bank weg te halen, om een faillissement van de bank te bewerkstelligen. Na deze oproep werd een aanzienlijk bedrag (volgens DSB € 88 miljoen) aan spaargeld opgenomen.
Na verschillende besprekingen tussen DSB en DNB in de week erop, werd duidelijk dat zij geen oplossing konden vinden. Op 11 oktober 2009 diende DNB bij de rechtbank daarom een verzoek in om ten aanzien van DSB Bank de noodregeling uit te spreken.
Op 12 oktober 2009 (om 01:05 uur) wees de rechtbank het verzoek van DNB om de noodregeling uit te spreken af. De Volkskrant publiceerde echter maandag 12 oktober 2009 een artikel waarin werd gesteld dat de noodregeling voor DSB Bank was aangevraagd, waarmee de bank onder
curatele
Bescherming van een meerderjarige die niet goed in staat is om zijn wil zelfstandig te bepalen.
» Meer over curatele
curatele van de toezichthouder zou komen. Vervolgens ontstond een hernieuwde run op DSB Bank. Een week later werd het faillissement van DSB uitgesproken.
Scheringa is al in 2017 gestart met het verzamelen van
bewijs
In het Nederlandse procesrecht geldt als hoofdregel dat de rechter alleen die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen, die in de rechtszaak aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die zijn komen vast te staan.
» Meer over bewijs
bewijs om tegen DNB en het Ministerie van Financiën een civiele procedure te starten op grond van
onrechtmatige daad
Onrechtmatig handelen leidt tot aansprakelijkheid. In sommige gevallen geeft de wet aan dat een derde aansprakelijk is voor door een ander veroorzaakte schade.
» Meer over onrechtmatige daad
onrechtmatige daad, omdat zij hun bijzondere
zorgplicht
De verplichting van een opdrachtnemer om de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
» Meer over zorgplicht
zorgplicht als financieel toezichthouders hebben geschonden. Er zijn volgens de advocaat van Scheringa aanwijzingen dat door DNB op 11 en 12 oktober 2009 bewust is gelekt.
Een verzoek tot het houden van een
voorlopig getuigenverhoor
Het komt regelmatig voor dat iemand overweegt een dagvaarding uit te laten brengen, en dus een rechtszaak op te starten, maar dat er twijfels bestaan over de vraag of er wel voldoende bewijs is voor de in te stellen vordering(en). Een voorlopig getuigenverhoor kan dan uitkomst bieden.
» Meer over voorlopig getuigenverhoor
voorlopig getuigenverhoor is toewijsbaar in gevallen waarin bij de wet het bewijs door getuigen is toegelaten. Uitgangspunt daarbij is dat de feiten die verzoeker wil bewijzen betwist moeten zijn en tot een beslissing van de zaak kunnen leiden. Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad zal een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor door de rechtbank moeten worden afgewezen als zij van oordeel is dat van de bevoegdheid tot het bezigen van dit middel misbruik wordt gemaakt, dat het verzoek in strijd is met de goede procesorde of dat het moet afstuiten op een ander, zwaarwichtig bezwaar.
De rechtbank oordeelde al in 2018 dat Scheringa vijf getuigen mocht horen die werkzaam waren bij zowel DNB als het Ministerie van Financiën met betrekking tot het opzettelijk lekken van informatie door DNB ten tijde van het aanvragen van de noodregeling. Één van de getuigen, de voormalig hoofd communicatie van DNB, bevestigde in de getuigenverhoren dat toenmalig minister van Financiën Wouter Bos op zondag 11 oktober 2009 tot diep in de nacht bij DNB was.
De advocaat van Scheringa wenst onder meer daarom twee aanvullende getuigen te horen: (i) de eindverantwoordelijke voor de communicatie bij DNB, omdat zij op enig moment heeft besloten om meerdere instanties te informeren over de aanvraag van de noodregeling en (ii) Wouter Bos, de toenmalige minister van Financiën, omdat hij nauw betrokken was bij de aanvraag van de noodregeling, maar zijn rol op het gebied van communicatie onduidelijk was. Duidelijk is wel dat Bos sprak met de toenmalige hoofdredacteur van de Volkskrant.
De rechtbank staat Scheringa toe om de eindverantwoordelijke voor de communicatie bij DNB te horen, omdat Scheringa daar voldoende belang bij heeft. De door de advocaat van Scheringa in zijn verzoek aangekondigde vragen borduren voort op de vragen en antwoorden die tijdens de eerdere getuigenverhoren aan de orde waren. Van strijd met de goede procesorde is daarom geen sprake.
Het verzoek tot het horen van Wouter Bos als getuige wordt echter (wederom) afgewezen. De rechtbank overweegt dat de voorlopige getuigenverhoren zich alleen mogen richten op het verkrijgen van bewijs ten aanzien van het opzettelijk lekken van informatie door DNB. Wouter Bos was niet werkzaam bij DNB, maar als minister van Financiën.
In het licht hiervan heeft Scheringa onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een verklaring van Wouter Bos op het gebied van communicatie omtrent de aanvraag van de noodregeling en over zijn contacten met de Volkskrant kan bijdragen aan het bewijs dat door DNB opzettelijk informatie is gelekt. De advocaat van Scheringa zal dus nu de eindverantwoordelijke voor de communicatie bij DNB horen en vervolgens (vermoedelijk) een procedure starten. Wordt dus vervolgd.