Recent veroordeelde de rechtbank Amsterdam een partij in de daadwerkelijke advocaatkosten van een bestuurder van maar liefst £ 280.000. Advocaat procesrecht Lennard Noordzij licht toe.
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
Eiser in deze zaak is het Portugese PTV, een door de huidige overheid van Angola gecontroleerde entiteit. PTV spreekt vier partijen aan die op verschillende manieren ervoor zouden hebben gezorgd dat $ 464 miljoen aan het grootste Angolese telecombedrijf Unitel is onttrokken. Eén van de gedaagden is Isabel dos Santos, die wordt gezien als de rijkste vrouw van Afrika. Zij is de dochter van de voormalige president van Angola, die in 2017 aftrad. Ook was zij bestuursvoorzitter van staatstelefoniebedrijf Unitel. Volgens PTV heeft Dos Santos geld onttrokken waardoor de
aandeel
De gedeelten waarin het kapitaal van een BV of NV is verdeeld.
» Meer over aandeel
aandelen die PTV in Unitel houdt minder waard zijn geworden, dit betreft zogenaamde
afgeleide schade
Het leerstuk dat ziet op de indirecte schade die een aandeelhouder lijdt als gevolg van deze waardevermindering.
» Meer over afgeleide schade
afgeleide schade.
PTV wil vergoeding van haar afgeleide schade op basis van Angolees/Portugees recht. De rechtbank oordeelt dat naar dit recht bestuurders of andere vertegenwoordigers van een vennootschap alleen aansprakelijk zijn voor directe schade die is toegebracht aan aandeelhouders, niet voor afgeleide schade. PTV kan daarom volgens de rechtbank als aandeelhouder geen vordering tegen een bestuurder en de andere gedaagden instellen voor indirecte schade. Dit geldt ook als de door de bestuurder geschonden norm de belangen van de aandeelhouder (mede) beoogt te beschermen.
Het Nederlands recht is met één klein verschil vergelijkbaar: vergoeding van de afgeleide schade komt alleen in uitzonderingsgevallen voor vergoeding in aanmerking. Ik schreef eerder een blog over het bekende arrest Poot/ABP, waarin de Hoge Raad oordeelt dat alleen indien een
directeur
De leidinggevende van een onderneming of organisatie.
» Meer over directeur
directeur die specifiek onzorgvuldig handelt tegenover een aandeelhouder een
onrechtmatige daad
Onrechtmatig handelen leidt tot aansprakelijkheid. In sommige gevallen geeft de wet aan dat een derde aansprakelijk is voor door een ander veroorzaakte schade.
» Meer over onrechtmatige daad
onrechtmatige daad pleegt en gehouden kan zijn de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden.
Interessant aan deze uitspraak is dat de rechtbank PTV veroordeelt in de echte proceskosten van één van de vier
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde partijen, de voormalige CEO van Unitel. Dat is uitzonderlijk. De wet bepaalt dat de verliezende partij de proceskosten van de winnende partij moet betalen in een juridische procedure. Het idee hierachter is dat de winnende partij geen kosten zou moeten maken om zijn gelijk te halen. De kosten die de winnende partij heeft gemaakt worden begroot conform de daarvoor geldende ‘liquidatietarieven’. In deze tarieven wordt per proceshandeling aangegeven welke vergoeding de verliezende partij aan de winnende partij moet betalen. Een
kostenveroordeling
De partij die bij vonnis geheel of grotendeels in het ongelijk wordt gesteld, wordt in beginsel in de kosten veroordeeld.
» Meer over kostenveroordeling
proceskostenveroordeling is zelden kostendekkend voor de winnaar.
Volgens vaste rechtspraak is vergoeding van de werkelijke proceskosten alleen toewijsbaar als er sprake is van misbruik van procesrecht of
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als een vordering evident ongegrond is. Hiervan kan sprake zijn als PTV haar vordering baseerde op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden.
De rechtbank veroordeelt PTV in deze zaak £ 280.000 te betalen aan de voormalige CEO van Unitel. Dit omdat de rechtbank vindt dat PTV had moeten inzien dat haar zaak tegen de bestuurder in persoon een kansloze, tijdrovende, mentaal belastende en voor hem als privépersoon kostbare procedure betrof, waarbij de bestuurder werd aangesproken voor $ 464 miljoen. Door de procedure toch door te zetten heeft PTV volgens de rechtbank misbruik gemaakt van procesrecht.