Voor vonnissen gewezen in lidstaten van de Europese Unie geldt dat geen verlof voor tenuitvoerlegging van dat vonnis in een andere lidstaat is vereist. In een beperkt aantal andere landen en Nederland bestaat bovendien een verdrag dat tenuitvoerlegging regelt. De belangrijkste uitzondering van een land dat zo’n tenuitvoerleggingsverdrag met Nederland heeft gesloten is de Verenigde Staten. Een Amerikaans Vonnis kan niet op grond van een verdrag in Nederland worden erkend en ten uitvoer worden gelegd. Hoe moet een Amerikaans vonnis dan wel in Nederland ten uitvoer worden gelegd (en omgekeerd)?
Indien een schuldeiser een buitenlands vonnis in Nederland ten uitvoer wil leggen, maar voor die erkenning en tenuitvoerlegging geen verdragsrechtelijke grondslag bestaat, bepaalt artikel 431 Rv. (Wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dat de civiele procedures regelt) dat de gedingen opnieuw bij de Nederlandse rechter kunnen worden behandeld en afgedaan. Dat betekent dat de Nederlandse rechter, ook als bevoegdheidsregels in bijvoorbeeld het onderliggende
contract
Een akte (schriftelijke vastlegging) van een overeenkomst.
» Meer over contract
contract zich daartegen zouden verzetten, in principe bevoegd is om van die (opnieuw) ingestelde vordering kennis te nemen.
In de zogeheten Gazprom criteria is uitgemaakt dat in een geding op de voet van artikel 431 Rv. bij de beantwoording van de vraag of een buitenlandse beslissing voor erkenning vatbaar is, dat als uitgangspunt moet worden genomen dat een buitenlandse beslissing in Nederland in beginsel wordt erkend indien:
Het belangrijkste criterium is het criterium onder 3. De Nederlandse rechter dient ambtshalve te toetsen aan de openbare orde. Het is niet aan de Nederlandse rechter om te beoordelen of hij met toepassing van de eigen conflictenregels tot hetzelfde resultaat zou zijn gekomen als de buitenlandse rechter: de rechter toetst in beginsel marginaal. De openbare orde toets beperkt dat echter.
In een uitspraak van 31 augustus 2021 oordeelde het gerechtshof Den Bosch, kort gezegd dat zogeheten punitive damages die zijn toegekend in een civiele zaak in het buitenland, die in feite strekt tot bestraffing van de aansprakelijke voor zijn onrechtmatige gedrag, alsmede tot afschrikking van de aansprakelijke en andere partijen (ter voorkoming van dergelijk gedrag in de toekomst). Het gerechtshof overwoog dat dit karakter (bestraffing, in plaats van vergoeding) zich niet verdraagt met het fundamentele karakter van het Nederlandse aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Dat uitgangspunt is dat schadevergoeding enkel de benadeelde in de positie moet brengen waarin hij zich zonder de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft bevonden, en niet meer dan dat. Doelstellingen als bestraffing van de aansprakelijke persoon en generieke en specifieke preventie horen volgens het Hof thuis in het strafrecht en niet in het civiele recht.
Uit het recente arrest lijkt te kunnen worden geconcludeerd dat punitive damages in het algemeen niet kunnen worden erkend. De vraag is of dit rechtens zo is. Voor zover bekend is geen
cassatie
Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Den Bosch, zodat de Hoge Raad zich hier niet tegen uitlaat. In eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof Amsterdam waarin verwezen wordt naar gerechtshof Amsterdam 26 november 2013 leek nog als maatstaf te worden genomen of de gevorderde punitive damages excessief waren, of niet.
Indien u wordt geconfronteerd met de tenuitvoerlegging van een buitenlands vonnis in Nederland, moet de vraag dus aan de orde komen of het toegewezen bedrag zich verhoudt tot de Nederlandse openbare orde met betrekking tot de maatstaf van schadevergoeding. Neem voor nader advies gerust contact op.