Op grond van Europese wetgeving mag een voor rechtsbijstand verzekerde zelf zijn advocaat kiezen. Maar veel Nederlandse rechtsbijstandsverzekeraars hebben hierover in hun polisvoorwaarden beperkingen opgenomen. AMS advocaat Thomas van Vugt bespreekt een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarin het Hof de Europese Richtlijn (87/344/EEG) op dit punt op verzoek van de Hoge Raad nader toelicht.
Aanleiding voor de toelichting was een Nederlandse zaak waarin een voor rechtsbijstand verzekerde een procedure wilde voeren met een door hemzelf gekozen advocaat. De verzekeraar stemde in met de procedure maar weigerde de kosten voor deze procedure te vergoeden omdat de verzekering slechts dekking zou bieden voor werkzaamheden verricht door een werknemer van de verzekeraar. Zowel de voorzieningenrechter als het Hof in hoger beroep stelde de verzekeraar daarbij in het gelijk. Omdat er in
cassatie
Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie onduidelijkheid bestond over de uitleg van met name artikel 4 lid 1 van de Richtlijn legde de Hoge Raad vragen voor aan het Europese Hof.
Het Europese Hof oordeelde vervolgens dat artikel 4 lid 1 van de Richtlijn zich niet verdraagt met een verzekeraar die stelt dat juridische bijstand in beginsel alleen wordt verleend door zijn werknemers, en daarnaast ook nog bedingt dat de kosten van een gekozen advocaat slechts vergoed kunnen worden indien de verzekeraar van mening is dat de behandeling aan een externe hulpverlener moeten worden uitbesteed.
Het Europese Hof overweegt daarbij dat de Richtlijn tot doel heeft de belangen van de verzekerden ruim te beschermen. De uitleg van de verzekeraar in kwestie is hiermee niet te verenigen. Het maakt daarbij geen verschil of rechtsbijstand voor de desbetreffende gerechtelijke of administratieve procedure naar nationaal recht verplicht is.
Het Europese Hof overweegt wel dat artikel 4 lid 1 van de Richtlijn niet uitsluit dat een verzekeraar in bepaalde gevallen beperkingen kan stellen aan de kosten die door de verzekeraar worden vergoed. Zolang verzekeraars op een juiste wijze gebruik maken van de vrijheid die artikel 4 lid 1 hen biedt, ziet het Europese Hof geen reden om lidstaten aan verzekeraars op te laten leggen dat zij de volledige dekking van de kosten van de verdediging van een verzekerde moeten voor hun rekening moeten nemen.
Een verzekerde heeft op grond van de polisvoorwaarden ook het recht om een second opinion aan een advocaat te vragen. De advocaatkosten die hiermee gepaard gaan komen voor rekening van de rechtsbijstandsverzekeraar.