Als een partij gelet op zijn spoedeisende belang niet lang kan wachten op een uitspraak, kan een kort geding worden aangespannen. In het algemeen wordt de zaak in deze procedure sneller en eenvoudiger afgewikkeld dan een
bodemprocedure
De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure (handelszaak of kantonzaak ). Thomas van Vugt, advocaat procesrecht legt uit hoe een kort geding werkt.
De rechter beoordeelt of de zaak voldoende spoedeisend is om in een kort geding te mogen worden behandeld. Indien het kort geding niet door een kantonrechter kan worden behandeld, is de
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser verplicht om zich te laten bijstaan door een advocaat. De
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde kan altijd in persoon verweer voeren.
De eiser dient bij de rechtbank een aanvraag in voor een kort geding en voegt daarbij de concept-
dagvaarding
De inleiding van een procedure, die tevens de oproep bevat om op een bepaalde datum bij de rechtbank te verschijnen.
» Meer over dagvaarding
dagvaarding. Ook vraagt de eiser om een datum voor een mondelinge zitting vast te stellen. Die zitting zal doorgaans binnen 6 weken plaatsvinden, maar afhankelijk van de mate van spoedeisendheid kan dit eerder. De rechter wordt in deze procedure voorzieningenrechter genoemd.
Als de zittingsdatum is vastgesteld, kan de gedaagde uit de dagvaarding worden opgeroepen te verschijnen. De gedaagde is niet verplicht om een schriftelijk verweer in te dienen voorafgaand aan de zitting en ook niet verplicht om zich te laten bijstaan door een advocaat.
Tijdens de zitting kunnen de advocaten van de partijen mondelinge pleidooien houden. Vanwege het spoedeisende en eenvoudige karakter van de procedure is er geen tijd voor het horen van getuigen of het inschakelen van deskundigen.
Op basis van de dagvaarding, andere schriftelijke stukken en hetgeen wat ter zitting is gezegd zal de voorzieningenrechter een vonnis uitspreken. Dit vonnis is altijd een voorlopige voorziening: het oordeel is niet definitief, omdat het is gebaseerd op een korte, eenvoudige procedure. Meestal wordt het vonnis binnen twee weken gewezen, bij zeer spoedeisende zaken kan dit ook eerder. Soms wordt er een zogenaamd kop-staart-vonnis gewezen. Dan doet de rechter op de zitting of kort daarna uitspraak. De motivering wordt dan later op schrift gesteld en verzonden.
Partijen kunnen daarna ervoor kiezen om een bodemprocedure te starten. Hierin wordt de zaak uitgebreid onderzocht waarna een definitief oordeel zal volgen. Partijen zijn niet verplicht een definitief vonnis in een bodemprocedure te verkrijgen. In de praktijk komt het vaak voor dat men het bij het kort geding laat, en genoegen neemt met het in kort geding gewezen vonnis. Ook kunnen partijen ervoor kiezen om een spoedappèl te starten: binnen 4 weken na de voorlopige voorziening kunnen ze in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep gaan.