4 min lezen

Inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht

NL

In het kort

  • Nieuwe regels vanaf 1 januari 2025 voor nieuwe procedures, oude regels blijven gelden voor lopende zaken.
  • Bewijsverzameling vooraf is vereenvoudigd en inzagerecht verbeterd.
  • Bewijsbeslag en proces-verbaal van constateringen toegevoegd.
  • Wet moet civiele procedures efficiënter maken.

Op 1 januari 2025 is de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht in werking getreden. Maar voor welke procedures gelden de nieuwe regels en wat is er veranderd voor partijen in een civiele procedure? In deze blog zetten wij de belangrijkste veranderingen uiteen.

Voor welke procedures gelden de nieuwe regels?

De nieuwe regels gelden voor procedures die vanaf 1 januari 2025 aanhangig worden gemaakt bij de rechter. De oude regels blijven gelden voor zaken die op 1 januari 2025 al aangespannen waren bij de rechtbank, het gerechtshof of de Hoge Raad, totdat de procedure bij die instantie is geëindigd. In een eventueel vervolg bij een hogere instantie na 1 januari 2025, zullen de nieuwe regels voor bewijsrecht gelden. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de nieuwe regels in hoger beroep Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep
zullen gelden, als u na 1 januari 2025 in hoger beroep gaat tegen een vonnis in een procedure die bij de rechtbank was gestart vóór 1 januari 2025.

Meer mogelijkheden voor informatieverzameling voorafgaand aan een procedure

De regels voor het verzamelen van bewijs In het Nederlandse procesrecht geldt als hoofdregel dat de rechter alleen die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen, die in de rechtszaak aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die zijn komen vast te staan.
» Meer over bewijs
bewijs
voordat een rechtszaak wordt gestart, zijn eenvoudiger gemaakt: er geldt nu één regeling voor alle voorlopige bewijsverrichtingen (in titel 1, afdeling 9, paragraaf 8) met dezelfde regels voor toewijzing en afwijzing. Het inzagerecht (voorheen geregeld in artikel 843a Rv) maakt daar bovendien sinds 1 januari 2025 deel van uit. Ook de voorwaarden en afwijzingscriteria voor het inzagerecht zijn veranderd (deze zijn gelijkgetrokken met de overige bewijsverrichtingen), met het doel het inzagerecht te verbeteren en dat het makkelijker inzetbaar wordt voor partijen.

Een partij hoeft op grond van deze nieuwe regels bovendien niet meer verschillende verzoeken naast elkaar in te dienen tot voorlopige bewijsverrichtingen, maar kan in plaats daarvan in één verzoekschrift Zaken die niet met een dagvaarding beginnen, worden ingeleid met een verzoekschrift. De wet verbindt een aantal minimumvereisten aan de inhoud van een verzoekschrift.
» Meer over verzoekschrift
verzoekschrift
bijvoorbeeld om zowel een voorlopig getuigenverhoor Het komt regelmatig voor dat iemand overweegt een dagvaarding uit te laten brengen, en dus een rechtszaak op te starten, maar dat er twijfels bestaan over de vraag of er wel voldoende bewijs is voor de in te stellen vordering(en). Een voorlopig getuigenverhoor kan dan uitkomst bieden.
» Meer over voorlopig getuigenverhoor
voorlopig getuigenverhoor
als om inzage van bepaalde stukken verzoeken.

De regels om voorafgaand aan een procedure bewijs te verzamelen zijn bovendien niet alleen versimpeld, maar er wordt ook meer nadruk op gelegd. De wetgever heeft bijvoorbeeld de verplichting om waarheidsgetrouw en volledig te zijn (in artikel 21 Rv), aangevuld.

Een wettelijke regeling voor bewijsbeslag en het proces-verbaal van constateringen

Aan de bestaande regeling voor bewijsmiddelen is naast het getuigenverhoor, het deskundigenbericht Soms moet er in de procedure advies worden ingewonnen bij een deskundige, bijvoorbeeld een accountant of een makelaar. De rechter kan zo'n deskundigenadvies op verzoek van een partij of ambtshalve bevelen.
» Meer over deskundigenbericht
deskundigenbericht
, plaatsopneming en bezichtiging en het inzagerecht, nu ook een paragraaf opgenomen genaamd “maatregelen tot bescherming van bewijs”. In deze paragraaf zijn twee bewijsverrichtingen opgenomen, te weten i) de mogelijkheid tot conservatoir bewijsbeslag Bewijsbeslag is een vorm van conservatoir beslag met als doel bewijs veilig te stellen.
» Meer over bewijsbeslag
bewijsbeslag
en ii) het proces-verbaal van constateringen.

Met de algemene, wettelijke regeling voor het leggen van conservatoir beslag Een maatregel waarmee een schuldeiser kan voorkomen dat een schuldenaar zijn vermogensbestandelen verkoopt voordat de schuldeiser tot executie kan overgaan.
» Meer over conservatoir beslag
conservatoir beslag
op gegevens en zaken die als bewijsmateriaal kunnen dienen, is de jurisprudentie van de Hoge Raad gecodificeerd. Voorheen was conservatoir bewijsbeslag namelijk slechts wettelijk geregeld voor IE-zaken (zaken over intellectuele eigendomsrechten).

Met een proces-verbaal van constateringen van de deurwaarder kan een feitelijke situatie of plaatselijke gesteldheid eenvoudig buiten de rechter om met kracht van authenticiteit worden vastgelegd en in de procedure als dwingend bewijs worden overgelegd. Hiermee kan een partij voorkomen dat bewijsmateriaal verloren gaat.

Gevolgen voor de praktijk

De wetgever hoopt met de inwerkingtreding van deze wet bij te dragen aan een efficiënt verloop van civiele procedures. Uiteindelijk zal de tijd ons leren hoe deze nieuwe regeling zal uitpakken in de praktijk. Bent u in een geschil verwikkelt en overweegt u juridische stappen te zetten? Of heeft u een andere vraag naar aanleiding van het bovenstaande? Aarzel niet om contact op te nemen met Kelly van Wees voor advies.

Kelly van Wees

Kelly van Wees

Kelly werkt sinds oktober 2024 bij AMS Advocaten, waar zij zich richt op de civielrechtelijke advies- en procespraktijk.
Ravel Residence