Spoedeisende kwesties kunnen in kort geding worden behandeld. Een zaak moet daarvoor wel geschikt zijn. De Rechtbank Overijssel oordeelde recent dat dat niet het geval was en wees op die grond de vorderingen van
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser af. Advocaat procesrecht Lennard Noordzij licht de uitspraak toe.
Maxus procedeert tegen BSE. Zij werkten voorheen samen op het gebied van IT. Daartoe sloten partijen twee samenwerkingscontracten en een verwerkingsovereenkomst. Bij brief heeft Maxus de volledige samenwerking en dus deze overeenkomsten met BSE per 31 mei 2021 buitengerechtelijk ontbonden vanwege onrechtmatige concurrentie door BSE doordat BSE klanten zou wegkapen, vergelijkbare domeinnamen zou vastleggen en handelsnamen van Maxus zou gebruiken. BSE voert gemotiveerd verweer en neemt in deze zaak allereerst het standpunt in dat sprake is van een feitelijk en juridisch complex geschil, waarvoor een kort geding zich niet leent.
De kortgedingrechter heeft volgens vaste jurisprudentie steeds de vrijheid om een vordering in kort geding te weigeren als hij de zaak ‘niet vatbaar acht om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht’. De kortgedingrechter moet deze bevoegdheid echter terughoudend gebruiken. Volgens de Hoge Raad kan van ongeschiktheid voor kort geding in twee gevallen sprake zijn, namelijk (i) bij feitelijke onhelderheid of (ii) wanneer hij de gevolgen van een door hem te geven beslissing niet kan overzien. Dat een zaak juridisch ingewikkeld is, is geen reden.
In deze zaak maakt de kortgedingrechter gebruik van deze mogelijkheid. De kortgedingrechter stelt namelijk vast dat de complexiteit en de omvang van het geschil, deze ongeschikt maken voor een beoordeling in kort geding. Het verweer van BSE dat sprake is van een feitelijk en juridisch complex geschil dat zich niet leent voor een kort geding, slaagt dus. Een bodemzaak is volgens de rechter vereist. Hierin kan worden vastgesteld wat partijen hebben afgesproken over de inhoud en afbakening van hun samenwerking en of BSE in strijd heeft gehandeld met de gemaakte afspraken.