Recent oordeelde het hof Den Bosch over de
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaring van een schadevordering van de Nederlandse Staat tegen Walter W. vanwege vijf uit het Frans Hals Museum gestolen schilderijen. Walter W. is onherroepelijk vrijgesproken van heling, maar werd toch civielrechtelijk veroordeeld voor de door de Staat geleden schade. Advocaat procesrecht Lennard Noordzij licht toe.
Op 24 maart 2002 zijn bij een inbraak vijf schilderijen gestolen uit het Frans Hals Museum. In 2007 is de politie de schilderijen op het spoor gekomen. Om de schilderijen terug te krijgen, is gebruik gemaakt van een ‘pseudokoop’ met een infiltrant. Deze infiltrant heeft met de verdachten afgesproken dat de vijf schilderijen voor een bedrag van € 1.500.000,- zouden worden gekocht. Op 12 september 2008 hebben in het kader van de pseudokoop twee transacties plaatsgevonden. In totaal is voor vier schilderijen € 1.000.000 contant betaald. Voor het vijfde schilderij is niets betaald, omdat de verdachten zijn opgepakt voordat de koopsom was overgedragen. Van het door de politie betaalde bedrag van € 1.000.000 is maar € 200.000 teruggevonden. De schilderijen zijn door het openbaar ministerie teruggegeven aan het Frans Hals Museum.
W. wordt door het openbaar ministerie vervolgd voor heling. In de strafzaak oordeelt de rechter dat het feit dat W. regelmatig telefonisch contact heeft gehad met de daders, onvoldoende bewijst dat W. aanwezig is geweest bij de
overdracht
Overdracht is het overdragen van een recht (indien het een recht van eigendom betreft: in eigendom) aan een ander.
» Meer over overdracht
overdracht van de schilderijen en/of het geld in ontvangst heeft genomen. W. wordt daarom onherroepelijk vrijgesproken. In een latere ontnemingsprocedure in 2016 tegen onder meer de plegers van de diefstal legt W. – nadat hij dus niet meer strafrechtelijk kon worden vervolgd – een verklaring af. Hij zegt dat hij op enig moment in het bezit is geweest van de schilderijen en dat hij € 150.000 met de schilderijen zou hebben verdiend.
Die verklaring blijkt onverstandig. De Staat start namelijk op basis van die verklaring een civielrechtelijke procedure. De Staat vordert terugbetaling op grond van onrechtmatige daad door W. van de € 800.000 die de politie in cash heeft betaald voor de schilderijen.
Discussie is vervolgens of de vordering van de Staat civielrechtelijk is verjaard. Een rechtsvordering tot vordering van schade verjaart namelijk in principe 5 jaar na de dag waarop de Staat met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Dat was dus al in 2013.
Deze termijn van 5 jaar geldt echter niet indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt, een strafbaar feit oplevert. In deze zaak staat vast dat het handelen van W. waarvoor de Staat hem aansprakelijk stelt de strafbare feiten heling en witwassen oplevert. De strafrechtelijke
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaringstermijn voor die delicten is 12 jaar.
Het hof bevestigt het oordeel van de rechtbank dat vanwege deze langere strafrechtelijke verjaringstermijn van 12 jaar, de vordering van de Staat op W. niet is
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaard. De Staat heeft volgens het hof schade geleden door de handelingen van W. Dat W. onherroepelijk is vrijgesproken in 2010, betekent niet dat in deze civiele zaak de verjaringstermijn niet wordt opgerekt tot 12 jaar. W. heeft onvoldoende verweer gevoerd tegen de hoogte van de door de Staat geleden schade en tegen het causaal verband. Daarom wordt W. veroordeeld om € 800.000 te betalen aan de Staat.
In een andere recente zaak, oordeelde de Rechtbank Noord-Holland anders. Die zaak betrof een schadevordering van een verzekeraar vanwege een aanvaring op de Vinkeveense plassen. Volgens de rechtbank was weld egelijk relevant dat het recht tot strafvordering was vervallen. Daarom gold de gewone verjaringstermijn, die was verstreken en was de schadevordering verjaard.