In de wet staat dat een ondertekend geschrift, zoals een
contract
Een akte (schriftelijke vastlegging) van een overeenkomst.
» Meer over contract
contract, tussen de partijen die dat hebben ondertekend dwingend
bewijs
In het Nederlandse procesrecht geldt als hoofdregel dat de rechter alleen die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen, die in de rechtszaak aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die zijn komen vast te staan.
» Meer over bewijs
bewijs oplevert. Dat betekent dat de rechter uit zal gaan van de juistheid van wat er in dat document staat, tenzij wordt bewezen dat het niet waar is. Maar wat nu als de
wederpartij
De tegenpartij in een procedure of de partij met wie een contract is gesloten.
» Meer over wederpartij
wederpartij ontkent dat hij het stuk heeft ondertekend? Advocaat procesrecht Thomas van Vugt legt uit hoe het zit.
In de wet staat dat een rechter verplicht is om uit te gaan van de juistheid van wat er in een ‘onderhandse
akte
Een ondertekend geschrift, bestemd om tot bewijs te dienen.
» Meer over akte
akte’ (dat is een ondertekend document) staat. Daarop zijn twee uitzonderingen. Allereerst de uitzondering waarbij een partij bewijst dat wat er in staat niet waar is. Bijvoorbeeld dat de afspraken die in een contract staan, helemaal niet zo zijn gemaakt. De andere uitzondering is de situatie waarbij een partij ‘stellig ontkent’ dat hij het document heeft ondertekend. In dat geval moet door de andere partij bewezen worden wie het stuk heeft ondertekend. Doet hij dat niet, dan acht de rechter niet bewezen dat het klopt wat er in het document staat.
Het komt dus aan op de vraag wat je moet doen als de wederpartij ontkent dat de ondertekening van hem is. In de wet staat dat bewijs met alle mogelijke middelen kan worden geleverd. Dat kan dus met verklaringen van getuigen, e-mails, telefoonlijsten, enzovoorts. Als de ondertekening van een contract wordt betwist, dan zouden bijvoorbeeld e-mails aan de rechter getoond kunnen worden waarin met de wederpartij over het contract wordt gesproken of waarin afspraken worden gemaakt voor een ondertekeningsdatum.
Ook kunnen andere documenten getoond worden die de wederpartij zeer zeker wel (of liever: ook) heeft ondertekend en waaruit blijkt dat zijn handtekening daarop identiek is. De beste manier is nog wel om het bewijs te leveren door het origineel – met pen – ondertekende document te tonen en dat door een handschriftdeskundige te laten onderzoeken.
In 2013 oordeelde de rechtbank Overijssel dat de wederpartij in kwestie onvoldoende stellig had ontkend dat de handtekening op het document van hem afkomstig was. Dat was volgens de rechter ongeloofwaardig omdat de eisende partij andere documenten had overgelegd waarvan vaststond dat de wederpartij die wel had ondertekend, en waarbij de handtekeningen daarop gelijkenis vertoonden met het document dat in geschil was. Omdat de wederpartij niet inging op de argumenten, vond de rechter dat hij niet kon volstaan met de simpele ontkenning dat de handtekening van hem was. Op dezelfde manier oordeelde recentelijk de rechtbank ’s-Hertogenbosch (zaaknr. 5532227, niet gepubliceerd).