In het Nederlandse recht wordt onderscheid gemaakt tussen bezit en houderschap. Het verschil is van belang voor de aanspraken die je kan maken. Als je bijvoorbeeld een zaak bezit waarvan je geen eigenaar bent, kan je na verloop van tijd volledig en rechtmatig eigenaar worden. Dit heet verkrijgende verjaring. In een recente uitspraak van het Hof lag de vraag voor of de gebruikers van een kinderboerderij door verkrijgende verjaring eigenaar waren geworden van een perceel grond. Thomas van Vugt, advocaat vastgoedrecht, licht de uitspraak toe.
In deze zaak speelde het volgende. Een boerin gebruikte sinds jaar en dag een stuk grond voor het houden van paarden. De gemeente werd eigenaar van deze grond en gaf de boerin in 1968 toestemming het gebruik van het perceel voor een periode van drie jaar voort te zetten. Na deze termijn heeft de gemeente wederom voortgezet gebruik toegestaan. De boerin heeft voor dit gebruik geen vergoeding aan de gemeente betaald.
In 1986 heeft de boerin de paarden en enkele op het perceel staande hokken verkocht. De koper neemt ook het gebruik van het perceel over. De erfgenamen van de koper nemen op hun beurt het gebruik van het perceel over. Zij richten de grond in als kinderboerderij en plaatsen nieuwe afrastering en nieuwe hokken. In 2010 geeft de gemeente aan dat zij het perceel wil herinrichten en dat de gebruikers van het terrein af moeten.
De gebruikers stellen echter dat zij bezitters waren van de grond en door verkrijgende
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaring nu zelfs eigenaar zijn geworden. In een procedure vorderen zij een
declaratoir vonnis
Een vonnis waarmee de rechter door middel van een zogenaamde verklaring voor recht een rechtsverhouding tussen partijen vaststelt.
» Meer over declaratoir vonnis
verklaring voor recht betreffende hun eigenaarschap. Deze wordt afgewezen en de gebruikers gaan in hoger beroep. Kern van het geschil is of de gebruikers het perceel hebben gebruikt als houders of als bezitters. Alleen voor bezitters geldt namelijk de regeling betreffende de
verkrijgende verjaring
Een bezitter te goeder trouw kan door een onafgebroken bezit van drie of tien jaar verkrijgen.
» Meer over verkrijgende verjaring
verkrijgende verjaring.
Het Hof overweegt dat de boerin het perceel destijds niet voor zichzelf maar voor de gemeente hield. Er was duidelijk sprake van houderschap. De koper die het perceel overnam was ook op de hoogte dat de boerin geen eigenaar was maar houder. De hierop volgende gebruikers waren dus ook allemaal houders van het perceel, geen bezitters. Hoewel een handeling van de gemeente verandering kan brengen in deze juridische status, is het enkele toestaan van voortzetting van gratis gebruik na afloop van de aanvankelijk overeengekomen gebruikersperiode, onvoldoende. De vordering van de gebruikers wordt afgewezen.
Bezit en houderschap zijn twee belangrijke termen in het Nederlandse recht. Een houder van een zaak of goed kan dit doen voor zichzelf (dan is hij “bezitter”) of voor een ander (dan is hij “houder”). Bijvoorbeeld iemand die een boek leent van een bibliotheek, is dan houder van het boek voor een ander. De eigenaar is de bibliotheek. Of zoals in deze zaak de boerin die het perceel hield voor een ander. Zij is geen bezitter, dat is de gemeente.
Meestal is de bezitter van een goed ook de eigenaar. Iemand die een boek heeft gekocht en dat onder zijn arm draagt, is op dat moment bezitter (hij houdt het boek) en eigenaar. Maar voor bezit is niet vereist dat je eigenaar bent. Zolang je maar pretendeert dat je eigenaar bent en je ook zodanig gedraagt, kan je een goed bezitten. In deze zaak voerden de gebruikers aan dat zij bezitsdaden hadden verricht zoals het vervangen van het hekwerk et cetera. Het Hof vond dat niet genoeg. Zij wisten dat zij geen bezitter waren maar houder. Van verkrijgende verjaring was daarom geen sprake.