De Hoge Raad heeft begin oktober een belangrijke uitspraak gedaan waarin de civielrechtelijke gevolgen van verboden staatssteun aan de orde kwamen. In verband daarmee draaide het Gerechtshof in 2018 de koop van een perceel grond, door de gemeente Harlingen, terug. De Hoge Raad heeft die uitspraak nu bevestigd, omdat er sprake was van verboden staatssteun. De
koopovereenkomst
De overeenkomst waarbij de verkoper zich verbindt een zaak te geven aan de koper tegen betaling van een prijs.
» Meer over koopovereenkomst
koopovereenkomst is daarom nietig. Advocaat vastgoedrecht Marco Guit bespreekt het arrest van de Hoge Raad.
De gemeente Harlingen is 2007 in onderhandeling getreden met Spaansen, die een bedrijf exploiteert dat zich onder andere bezighoudt met zeevaart, binnenvaart en wegtransport. Spaansen is eigenaar van een groot perceel grond aan de Kanaalweg in Harlingen. De gemeente wil daar woningen bouwen en treedt met Spaansen in onderhandeling. Spaansen wil een bedrag van € 9.000.000,- voor de grond hebben. De gemeente heeft echter laten begroten dat de waarde € 6.318.000,- is. Wel geeft de gemeente aan bereid te zijn om een aanvullende vergoeding van €2.500.000,- te willen betalen, mits Spaansen haar bedrijfsactiviteiten binnen Harlingen houdt. Dit in verband met de werkgelegenheid binnen de gemeente.
Vervolgens komt een koopovereenkomst tot stand ten aanzien van het perceel. De koopsom bedraagt € 8.500.000,-. In de koopovereenkomst is bepaald dat € 6.500.000,- wordt betaald op het moment van levering en het restant nadat Spaansen haar bedrijfsactiviteiten binnen Harlingen heeft verplaatst. De grond wordt vervolgens in 2010 door Spaansen aan de gemeente geleverd. In september 2011 laat de gemeente echter aan Spaansen weten dat zij het restant van € 2.000.000,- niet aan Spaansen gaat betalen.
De gemeente beroept zich er daarbij op dat met de koopsom verboden staatssteun wordt gegeven. Volgens de gemeente is de omvang van de onrechtmatige staatssteun € 2.250.000,-. Daarom heeft de gemeente Harlingen Spaansen gedagvaard en (kort gezegd) een bedrag van € 250.000,- teruggevorderd. Hoewel eerst het Gerechtshof en daarna de Hoge Raad het oordeel van de gemeente delen dat met de koopovereenkomst verboden staatssteun is gegeven, heeft dat niet de gevolgen die de gemeente wellicht had gehoopt.
De Hoge Raad heeft in haar recente arrest bevestigd dat niet alleen het gedeelte van de koopsom dat de verboden staatssteun vertegenwoordigt in strijd is met de wet, maar dat de koopovereenkomst als geheel nietig is. De rest van de koopovereenkomst stond namelijk in onverbrekelijk verband met de verboden steunmaatregel. Daarbij is van belang dat Spaansen nooit van plan was het perceel voor € 6.250.000,- aan de gemeente te verkopen. De Hoge Raad bekrachtigt daarom het arrest van het Gerechtshof, dat de koopovereenkomst nietig is.
Het gevolg is dat de gemeente Harlingen het perceel – na bijna 10 jaar – terug moet leveren aan Spaansen. Wel moet Spaansen het reeds betaalde deel van de koopsom van € 6.500.000,- aan de gemeente terugbetalen. Spaansen hoeft de wettelijke rente daarover niet te vergoeden. Daarnaast komt de (vermoedelijke) waardestijging van het perceel haar geheel ten voordeel.
Waarschijnlijk in verband met de 2 miljoen aan dwangsommen die het Gerechtshof heeft opgelegd, heeft de gemeente de grond iets meer dan twee weken na het arrest van het hof aan Spaansen teruggeleverd.