De rechtbank Zwolle heeft zich in het kader van een kort geding uitgelaten over de vraag of de beëindiging van een distributieovereenkomst wel in stand kan blijven. Bij duurovereenkomsten, zoals de distributieovereenkomst, is niet altijd iets bepaald over opzegging daarvan. Maar ook indien dat wel het geval is, kan opzegging onder omstandigheden gepaard gaan met een te betalen schadevergoeding. Advocaat contractenrecht Marco Guit legt uit.
In het algemeen wordt aangenomen dat een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd die een aantal jaren heeft geduurd, waar geen bijzondere omstandigheden spelen en geen sprake is van een contractuele regeling inzake opzegging, opgezegd kan worden indien (i) daarvoor een goede reden bestaat, (ii) die tijdig wordt medegedeeld en (iii) er een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen. Wat een redelijke opzegtermijn is dient per geval te worden bezien en zal onder meer te maken hebben met de duur van de
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst. De
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid kan meebrengen dat ondanks het in acht nemen van een redelijke opzegtermijn schadevergoeding verschuldigd is. Het opzeggen van distributieovereenkomsten dient dan ook zorgvuldig plaats te vinden, zo blijkt onder meer uit de hieronder te bespreken casus.
Het ging om een zaak tussen Auping en een van haar distributeurs. De verkoop van Aupingproducten gebeurt door middel van een dealernetwerk dat bestaat uit gespecialiseerde winkels die uitsluitend Aupingproducten verkopen en het gehele assortiment voeren (Auping Plaza’s), winkels waarin Aupingproducten door middel van een “shop-in-shop” formule worden verkocht en beddenspeciaalzaken of gemengde meubelzaken die – naast andere producten – ook Aupingproducten verkopen. De eisende partij behoort tot de laatste categorie dealers en verkoopt overigens ook Auping producten via internet.
Auping heeft een nieuwe distributiestrategie ontwikkeld en deze per 1 augustus 2011 ingevoerd. Hierdoor wordt een inkrimping van dealers gerealiseerd. Auping heeft in dat kader de distributieovereenkomsten van bijna de helft van haar dealers opgezegd, veelal van de wat kleinere winkels. De distributieovereenkomst met
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser werd op 21 januari 2011 opgezegd. Als reden voor opzegging werd (kort gezegd) een reorganisatie van de distributieorganisatie aangegeven. Auping heeft daarbij wel een tijdelijke distributieovereenkomst aangeboden waardoor er in feite een opzeggingstermijn van anderhalf jaar in acht is genomen.
De eisende partij vordert voortzetting van de distributieovereenkomst, althans veroordeling van Auping tot het aangaan van een nieuwe passende distributieovereenkomst . Niet in geschil is dat de relatie tussen partijen moet worden aangemerkt als een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan. Of en, zo ja, onder welke voorwaarden zo’n duurovereenkomst opzegbaar is, wordt bepaald door de inhoud daarvan en door de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. Indien, zoals hier, wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van de opzegging, geldt dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. Uit dezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding (zie hiervoor Hoge Raad 28 oktober 2011, LJN BQ9854).
De rechtbank acht voor de beoordeling van de vordering van belang dat de eisende partij voldoende aannemelijk heeft gemaakt in aanzienlijke mate financieel afhankelijk te zijn van de distributieovereenkomst met Auping. Immers, circa 47% van de totale omzet wordt s gerealiseerd door verkoop van Auping producten. Aangevoerd is ook dat er niet echt een reëel alternatief aanwezig is om het genoemde percentage te compenseren door de verkoop van andere producten. Van groot belang voor de beoordeling is dat partijen al 20 jaar zaken met elkaar doen zodat er een (zeer) langdurige handelsrelatie aanwezig bestaat. Daarbij komt dat de familie van eiseres en Auping al zeker 40 jaar zaken met elkaar doen.
De rechtbank stelt vast dat al het voorgaande er toe leidt dat Auping voldoende zwaarwegende gronden voor opzegging moet hebben, wil er sprake zijn van een rechtsgeldige beëindiging. Dat er een feitelijk lange opzegtermijn van anderhalf jaar in acht is genomen wil nog niet zeggen dat er geen zwaarwegende grond voor de opzegging hoeft te zijn. Door Auping zijn nog andere omstandigheden (dan de omstandigheden welke in de opzeggingsbrief waren vermeld) aangevoerd, maar de voorzieningenrechter gaat daar aan voorbij omdat deze niet expliciet in de opzeggingsbrief als reden voor opzegging zijn genoemd.
De voorzieningenrechter oordeelt uiteindelijk dat de overgang naar een ander distributiestelsel als zodanig voldoende zwaarwegend belang kan zijn om de bestaande distributieovereenkomst te beëindigen, mits daarbij aan een aantal voorwaarden is voldaan. Auping heeft besloten over te gaan tot een selectief distributiestelsel en heeft daarbij kwantitatieve eisen gesteld. Het stellen van dergelijke eisen is volgens de voorzieningenrechter toegestaan, mits één en ander op objectieve criteria berust en niet door willekeur wordt gekenmerkt. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat niet aannemelijk is geworden dat Auping kwantitatieve criteria voor toegang tot haar selectieve distributienet in het geval van eiseres op een objectieve wijze heeft toegepast. Het ging daarbij met name om het oprichten van zogenaamde plaza’s welke overigens nog niet waren gerealiseerd. De gedachte daarbij was dat er bij realisatie van dergelijke Auping plaza’s er niet teveel andere distributeurs in dezelfde regio aanwezig zouden moeten zijn. Het staat echter nog niet vast dat de beoogde plaza’s ook op korte termijn daadwerkelijk zullen opengaan.
De voorzieningenrechter komt alles overziend dan ook tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat de door Auping aangevoerde opzegging voldoende zwaarwegend is om tot beëindiging van de distributieovereenkomst te kunnen overgaan. Auping wordt veroordeeld om binnen 7 dagen na betekening van het vonnis een nieuwe distributieovereenkomst aan te bieden tegen de gebruikelijke margeafspraken.
De advocaten van AMS Advocaten hebben ruime ervaring bij het opstellen van distributieovereenkomsten, het beoordelen en het beëindigen daarvan. De kans op niet rechtsgeldige opzegging of het moeten voldoen van een aanzienlijke schadevergoeding kan aanmerkelijk worden beperkt door in de distributieovereenkomst duidelijke bepalingen over opzegging en de gevolgen daarvan op te nemen.