Uit een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag volgt dat de franchisenemer die de
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst én een bepaling uit de schikking had overtreden niet twee keer de boete moest betalen. Volgens de rechtbank bracht de uitleg van de franchiseovereenkomst en de schikking mee dat er geen additionele boete was afgesproken in de schikking. De uitspraak wordt hieronder toegelicht.
Partijen hebben een franchiseovereenkomst met elkaar afgesproken. Franchisegever is een autorijschool en verleende aan franchisenemer het recht om gebruik te maken van de naam van de autorijschool. Bovendien was de franchisegever verplicht om een aantal leerlingen per maand door te sturen aan franchisegever.
Partijen spraken in de franchiseovereenkomst af dat het voor de franchisenemer verboden was om autorijschoolwerkzaamheden te verrichten binnen een straal van 15 kilometer vanaf de standplaats van de franchisegever. Deze afspraak gold voor de duur van de overeenkomst en voor een jaar na het eindigen van de overeenkomst. Als franchisenemer deze afspraak overtrad, moest hij een boete betalen van € 5.000,-.
Volgens franchisegever had de franchisenemer het
concurrentiebeding
De contractuele beperking voor een werknemer om na beëindiging van het dienstverband werkzaam te zijn in concurrerende functies of in een zekere aan de werkgever gerelateerde branche.
» Meer over concurrentiebeding
concurrentiebeding overtreden. Franchisenemer zou rijlessen hebben aangeboden binnen een straal van 15 kilometer. Reden voor franchisegever om een kort geding aan te spannen tegen franchisenemer.
Tijdens de zitting kwamen partijen tot een schikking. Zij spraken onder meer het volgende af:
Franchisenemer had ondanks de schikking op Facebook geplaatst dat het werken bij de rijschool van franchisegever een drama is. Ook bleek volgens franchisegever uit verschillende Facebookberichten dat franchisenemer rijlessen aanbood aan leerlingen in strijd met de franchiseovereenkomst en de schikking. Volgens franchisegever waren er wel 23 overtredingen. Franchisegever vorderde daarom de boete uit de franchiseovereenkomst én de verbeurde dwangsommen uit de schikking.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de franchisegever niet én de boete én de verbeurde dwangsommen moet betalen. Volgens de rechtbank moet de vraag naar de onderlinge verhouding tussen de overeenkomst en de schikking worden beantwoord aan de hand van de partijbedoeling en niet enkel op grond van de taalkundige uitleg.
Volgens de rechtbank hebben partijen met de schikking alleen de geldingsduur van het non-concurrentiebeding gewijzigd. De boete van € 5.000,- voor het overtreden hiervan staat nog. De rechtbank oordeelt verder dat franchisenemer niet daarnaast nog een boete van € 1.000,- per overtreding van het non-concurrentiebeding moet betalen. De verboden in de schikking zagen klaarblijkelijk op de verboden op welke locaties franchisenemer wel of geen rijlessen mag verzorgen en/of leerlingen examens mogen afleggen en het verbod dat franchisegever zich niet belastend mag uitlaten over franchisegever. De uitleg van de schikking brengt niet mee dat er naast de boete nog eens € 1.000,- per overtreding van het concurrentiebeding moet worden betaald.
Volgens de rechtbank was het concurrentiebeding uit de franchiseovereenkomst geschonden. Franchisenemer moet daarom de eenmalige boete van € 5.000,- betalen. Daarnaast moet franchisenemer eenmalig € 1.000,- aan verbeurde dwangsommen betalen aan franchisegever omdat hij belastende verklaringen zou hebben gedaan op Facebook en dit in strijd was met de schikking.