Twee broers maken ruzie over de as van hun vader. Moeder kan de knoop niet doorhakken, want die heeft een ernstige vorm van dementie. Daarom sleept de ene broer de andere broer voor de rechter: die moet maar bepalen of de as van pa moet worden uitgestrooid, of bijgezet. Advocaat verbintenissenrecht Thomas van Vugt bespreekt de uitspraak van de rechter.
Volgens de eisende broer wilde vader dat zijn as zou worden bijgezet in een urnengraf in Roermond. De
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde broer zei dat zijn vader wilde dat zijn as werd uitgestrooid bij Maastricht. Dat zou pa in 2008 tegen hem hebben gezegd, maar sindsdien heeft hij geen contact meer gehad met zijn vader. Die overleed in 2014. Volgens de kantonrechter kan het best zo zijn dat die wens in de tussentijd is veranderd.
In de wet op de lijkbezorging staat dat degene die
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht geeft voor de crematie, ook bepaalt wat er met de as gebeurt. De gedaagde broer heeft de crematie aangevraagd, dus die mag in beginsel bepalen. Echter, in de wet staat ook dat dit in overeenstemming moet zijn met de vermoedelijke wens van de overledene, en juist daarover verschillen de broers van mening. Wel zijn ze het erover eens dat vader en moeder na hun dood bij elkaar wilden blijven.
De rechter zag dat de broers op de zitting dichter bij elkaar kwamen. De gedaagde broer
verzet
De gedaagde die door de rechter bij verstek is veroordeeld, kan daar in verzet tegen komen.
» Meer over verzet
verzet zich niet langer tegen Roermond als locatie. Hij noemde dat “verheugend”. Maar wat er precies met de as moest gebeuren, daarover bereiken de broers geen overeenstemming. De rechter komt daarom tot een praktische oplossing. Hij bepaalt dat verstrooiing van de as in Roermond het meeste recht doet aan de standpunten van beide broers. De rechter verbindt daar nog de voorwaarde aan dat dit pas mag gebeuren 6 maanden na het overlijden van moeder: zo bestaat de mogelijkheid de as van beide ouders tegelijk te verstrooien, of om tegen die tijd alsnog in overleg een andere wijze voor de lijkbezorging te bepalen.