Een belangrijke overweging bij de beslissing om een franchiseovereenkomst te sluiten is de te verwachten omzet. Wat zijn voor een aspirant-franchisenemer de kosten en de verwachte opbrengsten? In principe zal de aspirant-franchisenemer hier zelf onderzoek naar moeten doen. Maar soms verstrekt de franchisegever een omzetprognose. In hoeverre mag de franchisenemer hier dan vanuit gaan? Advocaat verbintenissenrecht Hidde Reitsma, gespecialiseerd in franchisecontracten, bespreekt een recente zaak over dwaling wegens een ondeugdelijke omzetprognose.
In deze rechtszaak stonden een aantal franchisenemers tegenover de franchisegever. De franchisenemers hadden hun verplichte omzetfees niet voldaan. De franchisenemers beriepen zich op dwaling. De franchisegever zou onjuiste informatie hebben verstrekt aan aspirant-franchisenemers. De franchisegever had een informatiepakket ter
beschikking
Uitspraak in een verzoekschriftprocedure
» Meer over beschikking
beschikking gesteld met daarin een omzetprognose. Uitgaande van een realistisch scenario wordt daarin voor het eerste jaar, voor een willekeurige franchisenemer, een omzet geprognosticeerd van € 80.000,-.
Maar het pakte anders uit voor de franchisenemers. Door geen van hen was de geprognosticeerde omzet in het eerste jaar gehaald. Sterker, het merendeel had zelfs geen enkele omzet behaald. Toch waren zij een contractuele minimale omzetfee verschuldigd aan de franchisegever. Hoe dient de rechter deze zaak te beoordelen? De Hoge Raad heeft inmiddels een maatstaf ontwikkeld voor procedures waarbij een franchisenemer een beroep op dwaling doet vanwege teleurstellende omzetten. Volgens de Hoge Raad is een franchiseovereenkomst vernietigbaar op grond van dwaling, indien de franchisenemer heeft gedwaald als gevolg van fouten in een omzet- en/of winstprognose die door de franchisegever is verstrekt.
Een franchisegever is in beginsel niet verplicht om een rapport over de te verwachten omzet en/of winst aan de franchisegever te verschaffen bij de onderhandelingen die aan het sluiten van een franchiseovereenkomst voorafgaan. Echter, als er wel een rapport met betrekking tot de omzet wordt verstrekt, dienen de prognoses deugdelijk te zijn en te berusten op een deugdelijk markt- en vestigingsplaatsonderzoek.
De vraag is aldus of de prognose in deze zaak deugdelijk was. Het prognosemodel in deze zaak is gebaseerd op de omzetten van de oprichters van de
franchise
De overeenkomst waarbij de franchisenemer tegen een vergoeding gebruik maakt van de handelsnaam, het merk, reclameslagzinnen, vertrouwelijke informatie en de formule van de franchisegever.
» Meer over franchise
franchise. Het betrof echter omzet over de jaren voorafgaand aan de oprichting van de franchiseformule. Er is niet gebleken dat er in dit rekenmodel rekening is gehouden met de onervarenheid van de nieuwe franchisenemers, de onbekendheid van de franchiseformule en het feit dat de franchisenemers nog niet over de vereiste certificering beschikten om in het eerste jaar volledig zelfstandig te werken.
Voorts lag er geen deugdelijk marktonderzoek aan de omzetprognose ten grondslag. De rechter oordeelde dat de omzetprognose ondeugdelijk was. Geen van de franchisenemers is immers ook maar in de buurt gekomen van de voorspelde omzet. Het beroep op vernietiging slaagt. De franchisenemers hoeven niet de omzetfee te betalen en zijn bevrijd van hun overige verplichtingen uit hoofde van de franchiseovereenkomst.