Betalen aan de verkeerde persoon, dat kan de beste overkomen. Maar zo’n betaling kan niet tegen de rechtmatige schuldeiser worden ingeroepen en leidt in de praktijk dan ook regelmatig tot problemen. Zeker als het onduidelijk was dat men met de verkeerde partij te maken had. De crediteur behoudt het recht op betaling van zijn vordering. Veel schuldenaren gaan echter niet zomaar over tot het opnieuw betalen van de rekening. Advocaat verbintenissenrecht Hidde Reitsma licht deze problematiek toe aan de hand van een recent arrest.
In deze zaak, die tot aan de Hoge Raad werd uitgeprocedeerd, speelde het volgende. Een curator had de activa van de failliete onderneming verkocht aan een doorstarter. Onder de activa viel ook het onderhanden werk dat was verricht na de faillissementsdatum. Onderhanden werk ziet op werkzaamheden die zijn verricht maar waarvoor nog geen factuur is gestuurd naar de opdrachtgever. In de koopovereenkomst was specifiek bepaald dat het onderhanden werk dat reeds voor de faillissementsdatum was ontstaan en nog niet was gefactureerd, niet werd overgedragen.
Na de verkoop heeft de doorstarter tegen de afspraken in onderhanden werk van vóór faillissementsdatum gefactureerd bij klanten. De
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator heeft een vordering ingesteld wegens onrechtmatige daad en heeft gesteld dat de boedel schade heeft geleden. De doorstarter voert als verweer dat voor zover het betreffende onderhanden werk niet aan hem was overgedragen, de schuldenaren niet bevrijdend hebben kunnen betalen. Dit wil zeggen dat het de curator vrij stond om de vorderingen betreffende het onderhanden werk (opnieuw) te innen. Er is dus geen schade voor de boedel, aldus de doorstarter.
De Hoge Raad is het daar niet mee eens. Het enkele feit dat de schuldenaren niet bevrijdend hebben betaald, brengt nog niet mee dat de boedel door de handelwijze van de doorstarter geen schade heeft geleden. Het ligt immers voor de hand dat nu de schuldenaren reeds betalingen (aan de doorstarter) hebben verricht, de curator problemen zal ondervinden om de vorderingen alsnog te innen. De kans is aanzienlijk dat die vorderingen niet meer (volledig) kunnen worden geïnd en dus kan er wel degelijk schade bestaan.
Als een schuldenaar een betaling verricht aan een ander zonder rechtsgrond, dan is dit een
onverschuldigde betaling
Het verrichten van een prestatie zonder (rechts)grond; recht op terugvordering.
» Meer over onverschuldigde betaling
onverschuldigde betaling. De schuldenaar heeft recht op terugbetaling van hetgeen hij teveel heeft betaald. Een vordering tot terugbetaling wegens onverschuldigde betaling verjaart na verloop na 5 jaar nadat de schuldenaar zowel met de betaling als met de ontvanger bekend is geworden.