De sprankelende ogen met wimpers, het voorste beentje iets omhoog en de mollige, kinderlijke proportionering van de ledematen: het zijn enkele auteursrechtelijk beschermde kenmerken van My Little Pony. Een concurrent die een gelijksoortig speelgoedpaardje op de markt bracht, werd onlangs terecht gewezen in uitspraak in kort geding. De auteursrechten van de maker van My Little Pony waren geschonden en er was sprake van
slaafse nabootsing
Nabootsen van een product waardoor onnodig verwarring bij het publiek kan ontstaan.
» Meer over slaafse nabootsing
slaafse nabootsing. Advocaat intellectueel eigendomsrecht Hidde Reitsma licht de uitspraak toe.
Speelgoedfabrikant Hasbro is de ontwerper en maker van My Little Pony, die zij sinds 1982 op de markt brengt. Simba, een andere speelgoedfabrikant, verkoopt ook een speelgoedpony, hierna aangeduid als de Simba-pony. De beide speelgoedponies lijken sterk op elkaar, reden waarom Hasbro Simba in kort geding heeft gedagvaard. Hasbro vordert Simba te bevelen niet langer inbreuk te maken op de auteursrechten van Hasbro ter zake van My Little Pony en niet langer door slaafse nabootsing
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig te handelen. De vorderingen worden deels toegewezen en beide partijen gaan in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep.
In het hoger beroep dient het hof allereerst te beoordelen of My Little Pony kan worden gekwalificeerd als een ‘werk van toegepaste kunst’ dat in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. Het hof acht dat dit het geval is omdat de pony een werk van eigen, oorspronkelijk karakter betreft dat het persoonlijke stempel van de maker draagt. Het hof overweegt het volgende:
“My Little Pony heeft een aantal karakteristieke uiterlijke kenmerken zoals een enigszins kinderlijke en mollige – niet natuurgetrouwe- proportionering met afgeronde lijnen, pastelkleur, lange golvende kambare haren in een andere kleur met glitters, een licht opgetild voorbeen (’klaar om te spelen’) en een vriendelijke gezichtsuitdrukking (grote sprankelende ogen met wimpers). Die elementen tezamen maken dat sprake is van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes.”
Van ongeoorloofde verveelvoudiging in de zin van de Auteurswet is sprake indien een voldoende mate van overeenstemming bestaat tussen het auteursrechtelijk beschermde werk (in dit geval My Little Pony) en het beweerdelijk inbreukmakende werk (Simba-Pony). Hierbij moet worden onderzocht of de Simba-Pony de auteursrechtelijke beschermde trekken van My Little Pony vertoont, zodanig dat de totaalindrukken overeenkomen. Hiervan is in deze zaak sprake volgens het hof. De verschillen waarop de advocaat van Simba in de procedure heeft gewezen zijn niet relevant en niet zodanig dat zij zorgen voor een afwijkende, niet met My Little Pony overeenstemmende totaalindruk.
Naast de auteursrechtelijke bescherming kan de rechthebbende van een werk ook op grond van onrechtmatige daad optreden tegen namaakproducten. Dit heet het leerstuk van slaafse nabootsing. Nabootsing van een stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door auteursrechten staat in beginsel vrij. Als er echter door die nabootsing verwarring bij het publiek kan ontstaan tussen het oorspronkelijke en het nagemaakte product en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om deze verwarring te voorkomen, dan kan de slaafse nabootsing onrechtmatig worden geacht. Het hof overweegt dat tussen My Little Pony en de Simba-pony verwarring bij het publiek te verwachten is omdat de pony’s zo op elkaar lijken. Simba had die verwarring kunnen voorkomen door andere vormgevingskeuzes te maken. Door dit niet te doen handelt Simba onrechtmatig. De vorderingen van de advocaat van Hasbro worden (grotendeels) toegewezen.