De investeerder die FC Emmen dagvaardde in verband met zijn waardeloos geworden investering in het spelersfonds van de voetbalclub, kreeg van de rechter gelijk: de voetbalclub moest de inleg van de investeerder geheel terugbetalen. Er was hem een te rooskleurig beeld geschetst van de financiële situatie, en zijn beroep op dwaling werd toegewezen. Advocaat contractenrecht Marco Guit bespreekt de uitspraak.
De transferrechten van FC Emmen waren in het verleden ondergebracht in een spelersfonds C.V. (commanditaire vennootschap). Eiseres heeft begin 2011 een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst gesloten welke inhield dat zij voor een bedrag van € 50.000 in het spelersfonds van FC Emmen participeerde tegen een jaarlijkse rente en een percentage van de netto-opbrengst van de verkoop van spelers. Vanwege de problematische financiële situatie van FC Emmen en de C.V. zijn circa een jaar later de transferrechten voor een bedrag € 1,00 aan FC Emmen verkocht. Hierdoor werd de participatie van eiseres in het fonds waardeloos.
Eiseres heeft FC Emmen vervolgens gedagvaard en gesteld dat zij op het moment van het sluiten van de overeenkomst, er niet van op de hoogte was dat de financiële toestand van FC Emmen en de C.V. deplorabel was en dat sprake was van wanbeheer. Had zij dit geweten, dan had eiseres de overeenkomst niet gesloten. Eiseres meent aldus te hebben gedwaald ten aanzien van het sluiten van de overeenkomst en vernietigt de overeenkomst wegens dwaling.
De rechter stelt voorop dat een overeenkomst die tot stand komt onder invloed van dwaling en die bij een juiste voorstelling van zaken niet was gesloten, vernietigbaar is. Dit volgt uit artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit is onder meer het geval als de dwaling te wijten is aan een inlichting van de
wederpartij
De tegenpartij in een procedure of de partij met wie een contract is gesloten.
» Meer over wederpartij
wederpartij, tenzij de wederpartij (in dit geval FC Emmen) mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder die inlichting werd gesloten. Dwaling ziet ook op de situatie waarbij de wederpartij in verband met hetgeen zij wist/behoorde te weten, de dwalende had moeten inlichten en dit niet heeft gedaan.
De rechter overweegt in dit verband dat FC Emmen een onjuiste voorstelling heeft gegeven van de participatie in het spelersfonds. Hierbij is het volgende van belang: Eiseres heeft besloten deel te nemen in het spelersfonds nadat zij hierover had gesproken met de (toenmalige)
directeur
De leidinggevende van een onderneming of organisatie.
» Meer over directeur
directeur van FC Emmen (die tevens bestuurder van de beherend vennoot van de C.V. was). De directeur had eiseres enthousiast gemaakt en haar schriftelijke informatie verstrekt. Over risico’s van de participatie of de actuele financiële stand van zaken bij de C.V. of FC Emmen was met geen woord gerept, terwijl –zo blijkt uit de gedingstukken- de financiële toestand destijds al een “puinhoop” was. Als eiseres deze informatie had gehad, was zij nooit overgegaan tot deelname in het fonds.
FC Emmen voert nog tevergeefs aan dat eiseres haar onderzoeksplicht had geschonden. De rechter gaat hier niet in mee: eiseres heeft mogen afgaan op de informatie die zij persoonlijk van de directeur van FC Emmen kreeg. De vordering van eiseres tot terugbetaling van haar inleg, wordt door de rechter toegewezen.