Een cliënt liet meer dan een jaar verstrijken voordat hij bij zijn advocaat klaagde over vermeende beroepsfouten. De rechter in eerste aanleg vond dit te lang en wees de schadeclaim af. Maar de ex-cliënt ging in
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep. Het hof heeft een andere mening. Advocaat Hidde Reitsma, gespecialiseerd in zaken over beroepsaansprakelijkheid, bespreekt de uitspraak en legt uit wat de wettelijke
klachtplicht
De plicht van een koper om tijdig een gebrek aan een gekochte zaak te melden bij verkoper.
» Meer over klachtplicht
klachtplicht inhoudt.
In deze zaak had een cliënt eind 2000 een advocaat ingeschakeld in verband met een geschil met een aannemer. Eind 2002 heeft de advocaat namens cliënt bij
stichting
Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon zonder leden of aandeelhouders.
» Meer over stichting
stichting BouwGarant een beroep gedaan op de garantieregeling. BouwGarant wees de claim af omdat de claim niet voldeed aan de garantievoorwaarden: de schade (de kosten van afbouw door een derde) was niet het gevolg van het faillissement van de oorspronkelijke aannemer en de cliënt had niet voorafgaand aan het inschakelen van een derde een kostenopstelling aan BouwGarant verstrekt.
Pas in juli 2004 stelt de advocaat cliënt schriftelijk op de hoogte van deze afwijzing en de gronden hiervan. Ruim een jaar later, in augustus 2005, heeft cliënt geklaagd over de nalatigheid van de advocaat en stelt hij dat hij door het verkeerde advies verzekeringspenningen van BouwGarant is misgelopen. Cliënt start een procedure waarin hij een
declaratoir vonnis
Een vonnis waarmee de rechter door middel van een zogenaamde verklaring voor recht een rechtsverhouding tussen partijen vaststelt.
» Meer over declaratoir vonnis
verklaring voor recht vordert dat de advocaat toerekenbaar tekort is geschoten en dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden. De advocaat voert allereerst aan dat de vordering moet worden afgewezen omdat cliënt te laat heeft geklaagd.
In artikel 6:89 BW is bepaald dat op een gebrek in de prestatie geen beroep meer kan worden gedaan indien niet binnen bekwame tijd nadat het gebrek is ontdekt of redelijkerwijze had moeten worden ontdekt is geprotesteerd. Met andere woorden, als je lang wacht met klagen, vervallen je rechten op vergoeding of herstel. Of er tijdig is geklaagd in deze zaak hangt volgens het hof af van alle relevante omstandigheden. Bij de beoordeling speelt het tijdsverloop tussen het moment waarop het gebrek in de prestatie is ontdekt of redelijkerwijs had moeten worden ontdekt en de klacht weliswaar een belangrijke, maar niet doorslaggevende rol. Dat er in deze zaak lang is gewacht met klagen, betekent niet zonder meer dat klagers rechten zijn komen te vervallen.
Wat een redelijke klachttermijn is, is voor ieder geval dus anders. Het hof is van oordeel dat de beweerdelijke fout van de advocaat in juli 2004 door cliënt was ontdekt. Toen kreeg hij de brief. Dat cliënt pas 13 maanden later klaagde, acht het hof niet te laat. Hierbij neemt het hof in overweging dat er in verhouding tot de klachttermijn van 13 maanden voor aanvang van de klachttermijn reeds een veel langere periode was verstreken. De klacht is aldus tijdig gedaan. Of de klacht ook gegrond is, wordt nader door het hof onderzocht. Cliënt krijgt een bewijsopdracht en de zaak wordt aangehouden.