Kredietverleners zijn op grond van de Wft (Wet op financieel toezicht) verplicht om deel te nemen aan een stelsel van kredietregistratie. Deze registratie wordt uitgevoerd door het BKR. Als je als
consument
Een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
» Meer over consument
consument betalingsachterstanden hebt of er zich andere onregelmatigheden hebben voorgedaan, kan je een zogenaamde ‘A-codering’ krijgen. Met een dergelijke A-codering is het nagenoeg onmogelijk om ergens een financiering te krijgen. Onlangs moest de rechter zich uitlaten over de vraag of een BKR-registratie terecht was. Advocaat Thomas van Vugt, gespecialiseerd in het verwijderen van BKR-registraties, licht deze uitspraak toe.
Het ging in deze zaak om een vrouw die samen met haar partner een jaarinkomen van ruim € 250.000,= had. Zij wilden een huis kopen maar kregen de financiering niet rond omdat de vrouw een negatieve BKR-registratie (A-codering) had. Het inkomen was ruimschoots voldoende om de woning te kunnen financieren. Zij hadden daarom besloten om hun droomhuis eerst een jaar te huren en daarna alsnog af te nemen. In de tussentijd vochten zij de BKR-registratie aan in een kort geding. In het kort geding vorderden zij dat de bank die die A-codering registreerde, deze BRK-registratie moest verwijderen.
De vrouw had in het verleden een flexibel krediet gesloten bij de desbetreffende bank en was op enig moment achter geraakt met de maandelijks betaling van dat krediet. De bank gaf toen schriftelijk aan dat er mogelijk een negatieve BKR-registratie zou volgen. Het ging om relatief lage achterstanden maar omdat betaling daarvan uitbleef eiste de bank op enig moment de hele lening op. In een later stadium werd toen alsnog een afbetalingsregeling getroffen waaraan de vrouw zich ook hield.
Nadat de vrouw en haar partner hun droomhuis kochten en daarvoor financiering aanvroegen, werd de hypotheekaanvraag afgewezen in verband met een negatieve BKR-registratie. De vrouw wist daar helemaal niets vanaf en was verbaasd dat de registratie betrekking had op het flexibel krediet. Toen de vrouw daarachter kwam loste zij die hele schuld meteen af en verzocht zij de bank die BKR-registratie te verwijderen.
De rechter oordeelde dat de vrouw voldoende gewaarschuwd was en dat de negatieve BKR-registratie op zich terecht was geweest. De conclusie van de rechter was dat de BKR-registratie indertijd door de bank en terecht en overeenkomstig de regels was gedaan.
Vervolgens moest de rechter zich een oordeel vormen over of de registratie verwijderd moest worden. Hiervoor is artikel 21 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (EU) 2016/679 (de AVG) van toepassing. Deze bepaling houdt in dat een persoon vanwege haar specifieke situatie bezwaar kan maken tegen de verwerking van haar betreffende persoonsgegevens en dat de verwerkingsverantwoordelijke (hier de bank) het bezwaar moet honoreren tenzij hij dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking aanvoert, die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokken persoon.
De rechter oordeelde dat bij een BKR-registratie, en de handhaving daarvan bij latere wijziging van omstandigheden, moet zijn voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. In dit geval vond de rechter het belang van de vrouw zwaarder wegen dan het belang van de registratie, omdat voldoende aannemelijk was dat het belang van BKR-registratie door registratie van deze vrouw feitelijk niet gediend was: dat belang is namelijk bescherming van de consument tegen overkreditering en de bescherming van andere kredietverleners. Volgens de rechtbank speelde dat hier niet omdat de vrouw en haar partners juist erg kredietwaardig waren. Daarom werd de vordering tot verwijdering toegewezen.
Heeft u zelf een negatieve BKR-registratie en is die in uw beleving disproportioneel? Via een advocaat kunt u proberen deze registratie ongedaan te maken.