Een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd kan in beginsel door iedere partij worden opgezegd. Alleen bij bijzondere omstandigheden kan een opzegging als onredelijk worden beschouwd. In een recent arrest boog het hof Amsterdam zich over de vraag of een beleggingsonderneming de relatie met een belegger mocht opzeggen na een negatieve uitkomst van een cliëntenonderzoek. Advocaat contractenrecht Thomas van Vugt legt de zaak uit.
In dit geschil had een belegger een groot aantal put- en callopties ondergebracht in beleggingsplatform DeGiro. In het kader van de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering terrorisme) heeft DeGiro onderzoek gedaan naar de belegger. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de belegger werd genoemd in de Panama Papers, geroyeerd is als lid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en dat de vergunning van het trustkantoor waar de belegger aan verbonden is geweest door de Nederlandse Bank is ingetrokken. Hierop heeft DeGiro besloten de dienstverlening te beëindigen.
De belegger kan zich hierin niet vinden en start een kortgeding. Hij vordert instandhouding van de
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst dan wel schorsing van de opzegging. Volgens de belegger is de opzegging naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, zeker nu hij zijn portefeuille op korte termijn (binnen 5 weken) elders moet onderbrengen.
In eerste aanleg wijst de voorzieningenrechter de vorderingen van de belegger af. In
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep overweegt het hof dat de aard van de overeenkomst met zich meebrengt dat deze in beginsel kan worden opgezegd, ook al is er geen zwaarwegende grond aanwezig (anders dan bij een gewone bankrelatie). De opzegging is ook geregeld in de cliëntenovereenkomst. Echter, er kunnen omstandigheden aanwezig zijn die de opzegging onaanvaardbaar maken.
In dit geval heeft de belegger de bevindingen uit het cliëntenonderzoek gemotiveerd betwist. In het licht van dit verweer is niet aannemelijk dat DeGiro – zoals door haar gesteld – een reëel risico op
reputatieschade
Schade die een persoon lijdt doordat zijn eer of goede naam wordt aangetast
» Meer over reputatieschade
reputatieschade of intrekking van haar vergunning als beleggingsonderneming zou lopen. Maar de uitkomsten uit het onderzoek gaven wel aanleiding voor DeGiro om de belegger in een verhoogd-risico-categorie te plaatsen en te besluiten de cliëntenrelatie te beëindigen.
Bij de opzegging heeft DeGiro echter onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de belegger. Er zijn namelijk nadelige gevolgen verbonden aan het overstappen naar een andere broker op dit moment (mede door de economische gevolgen van de coronacrisis). Nu er geen sprake is van een zwaarwegende grond, is de opzegging zonder hierbij rekening te houden met deze nadelige gevolgen onaanvaardbaar.
Het hof overweegt dat de opzegging wel aanvaardbaar is, mits aan de belegger meer tijd en gelegenheid wordt gegund om zijn portefeuille elders onder te brengen. Het hof bekrachtigt daarom het oordeel van de voorzieningenrechter met dien verstande dat de sluiting van de door de belegger nog aangehouden posities in financiële instrumenten niet eerder dan op 31 december 2020 behoeft te zijn afgewikkeld. Naar mijn mening een creatieve manier om aan de belangen van beide partijen te voldoen.