Wat kan je doen als je als voetballer door de KNVB wordt geschorst en het niet met deze schorsing eens bent? Je stapt naar de rechter met het verzoek om de schorsing ongedaan te maken. Kan dat? En op welke wijze toetst de civiele rechter de tuchtrechtspraak van de voetbalbond? Advocaat verenigingsrecht Thomas van Vugt legt het uit aan de hand van een uitspraak van het hof.
Tijdens een massale vechtpartij na de voetbalwedstrijd VV Bennekom tegen VV Huizen heeft de aanvoerder van Bennekom een speler van Huizen geslagen. De tuchtcommissie van de KNVB schorst hem voor 18 maanden. In beroep bekrachtigt de landelijke Commissie van Beroep (CvB) de uitspraak van de tuchtcommissie. De aanvoerder stapt naar de voorzieningenrechter (vrz.) en eist opheffing van de schorsing totdat de bodemrechter uitspraak heeft gedaan in de zaak.
De vrz. stelt dat tuchtrechtelijke uitspraken van de KNVB ‘vaststellingen’ zijn (artikel 7:900 BW). De uitspraak is vernietigbaar als gebondenheid aan die beslissing naar de maatstaven van
redelijkheid en billijkheid
Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Volgens de vrz. heeft de CvB onvoldoende gemotiveerd waarom het slaan onder ‘buitensporig fysiek geweld buiten een spelsituatie’ valt, zoals is vereist voor het opleggen van de schorsing. De vrz. schorst de schorsing omdat hij het aannemelijk acht dat de bodemrechter de schorsing zal vernietigen.
Bij de rechtbank ontkent de aanvoerder het excessieve geweld en diens advocaat stelt dat dit onvoldoende gemotiveerd is. Daarnaast is de verklaring van de scheidsrechter alleen niet voldoende voor de schorsing. En tot slot is die verklaring de enige die in zijn nadeel spreekt. De rechtbank stelt voorop dat een schorsing alleen vernietigbaar is als er strijd is met de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:15 lid 1 onder b jo. artikel 2:8 BW). Dat is hier niet het geval. De verklaring van de scheidsrechter is volgens de reglementen voldoende voor de schorsing.
Vervolgens wordt beoordeeld of de KNVB de schorsing voldoende gemotiveerd heeft. Was er sprake van ‘buitensporig geweld buiten een spelsituatie’? Ja, zegt de rechter. De wedstrijd was afgelopen en een klap tegen het hoofd is – ook zonder nadere motivering – aan te merken als excessief geweld. Dat dit specifieke voorbeeld niet staat op de lijst met voorbeelden in de reglementen van de KNVB maakt niet uit. Deze lijst is niet limitatief en dient als voorbeeld. De vordering om de schorsing te vernietigen wordt dus afgewezen.
De advocaat adviseert de voetballer om in hoger beroep te gaan bij het hof om de schorsing alsnog ongedaan te maken. Het hof stelt voorop dat een besluit van de CvB terughoudend dient te worden getoetst, zoals ook de voorzieningenrechter en rechtbank al hadden gesteld. Dit betekent dat het besluit alleen vernietigbaar is als gebondenheid aan die beslissing naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Het hof bevestigt dat het besluit om de speler te schorsen niet onaanvaardbaar is. Het hof is het met de rechtbank eens dat de verklaring van de scheidsrechter voldoende is om excessief geweld aan te nemen, nog los van het feit dat er wel degelijk een andere verklaring is die in dezelfde richting wijst. Daarnaast is het hof het ook eens met de rechtbank dat een klap tegen het hoofd (als vitaal onderdeel van het menselijk lichaam) ‘buitensporig fysiek geweld’ oplevert en niet nader gemotiveerd hoeft te worden.
Leden van de KNVB vallen door hun lidmaatschap automatisch onder de ‘rechtspraak’ van de voetbalbond. Een civiele rechter kan een beslissing van de tuchtcommissie en landelijke Commissie van Beroep toetsen, maar wel terughoudend. Dit betekent dat je als
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser de onaanvaardbaarheid van de beslissing (aan de hand van de redelijkheid en billijkheid) moet aantonen. De advocaat van de eiser slaagt daar in dit geval niet in.