Banken registreren personen of instellingen soms in hun interne incidentenregister of in het extern verwijzingsregister. Deze laatste registratie staat ook wel bekend als de EVR-registratie. Advocaat verbintenissenrecht Hidde Reitsma legt uit wat de gedachte achter deze registraties is en wat de gevolgen van een registratie kunnen zijn.
Het incidentenregister en het EVR stoelen op bepalingen uit de Wet op het financieel toezicht en de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft). In deze wetgeving wordt een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid bij de financiële instellingen zelf neergelegd. Banken en andere financiële instellingen moeten hun compliance beleid op dusdanige wijze inrichten, dat zij zelf de gezondheid van de financiële sector als geheel (mede) kunnen waarborgen. Het incidentenregister en het extern verwijzingsregister zijn voorbeelden van manieren waarop financiële instellingen dit in praktijk moeten brengen.
Het incidentenregister is ingesteld door financiële instellingen. In dat incidentenregister worden gedragingen van (rechts)personen die hebben geleid of kunnen leiden tot benadeling van financiële instellingen vastgelegd. Iedere deelnemende financiële instelling, waaronder dus ook banken, beschikt over een dergelijk (intern) incidentenregister. Op deze incidentenregisters is het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI) van toepassing. Volgens dit protocol wordt ‘incident’ als volgt gedefinieerd:
“een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben, of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een Financiële Instelling, de Financiële Instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn, of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding.”
Als op grond van dit protocol registratie heeft plaatsgevonden, moeten de gegevens in principe na acht jaar weer verwijderd worden.
Aan het interne incidentenregister is een extern verwijzingsregister (EVR) gekoppeld. Dit extern verwijzingsregister bevat uitsluitend verwijzingsgegevens (en dus niet alle in de incidentenregisters opgenomen gegevens), zoals een naam en een geboortedatum of
Kamer van Koophandel
Een publieke instelling gericht op advisering en ondersteuning van ondernemers en beheerder van het Handelsregister.
» Meer over kamer van Koophandel
KvK-nummer, die alleen onder strikte voorwaarden mogen worden opgenomen. In beginsel heeft iedere deelnemende financiële instelling toegang tot een deel of meerdere delen van het EVR.
Volgens het protocol is een deelnemende instelling verplicht verwijzingsgegevens ter zake van een (rechts)persoon op te nemen in het EVR indien:
1) zijn of haar gedragingen een
bedreiging
Iemand bewegen tot het verrichten van een rechtshandeling door onrechtmatig met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen.
» Meer over bedreiging
bedreiging vormen of kunnen vormen voor de (financiële) belangen van medewerkers of cliënten van een financiële instelling of de financiële instelling zelf, dan wel voor de continuïteit of integriteit van de financiële sector;
2) in voldoende mate vaststaat dat de desbetreffende persoon betrokken is bij de onder 1. bedoelde gedragingen;
3) het proportionaliteitsbeginsel in acht wordt genomen, inhoudende dat wordt vastgesteld dat het belang van opname in het register prevaleert boven de mogelijke nadelige gevolgen voor de betrokkene.
Een EVR-registratie heeft verstrekkende gevolgen. Het is namelijk zo dat alle financiële instellingen (zoals kredietverschaffers) door toetsing in het extern verwijzingsregister kunnen vaststellen dat een (rechts)persoon in het incidentenregister van (een) andere deelnemers(s) is opgenomen. Vervolgens kunnen zij nadere informatie omtrent de reden van opname opvragen. Dit leidt er vaak toe dat niet alleen de deelnemer die tot opname in het incidentenregister is overgegaan, maar ook andere deelnemers hun (financiële) diensten aan de opgenomen (rechts)persoon zullen weigeren.
Eenmaal geregistreerde (rechts)personen zullen dus vaak ook geen financiering meer kunnen krijgen van andere financiële instellingen. Feitelijk hebben (rechts)personen die geregistreerd staan dus niet of heel moeilijk toegang tot de geldmarkt.
Omdat de gevolgen van een EVR-registratie zeer verstrekkend kunnen zijn, is registratie aan stringente voorwaarden verbonden. Toch zie je in de praktijk dat financiële instellingen een (rechts)persoon soms ten onrechte of te lang registreren. Dat daar iets aan te doen is blijkt uit een blog op onze website waarin advocaat Hidde Reitsma een voorbeeld uit de rechtspraak bespreekt.