Een wervings- en selectiebureau heeft in zijn algemene voorwaarden opgenomen dat wanneer een sollicitatiegesprek met een door het bureau aangedragen kandidaat plaatsvindt, er automatisch een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst van
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht tot stand komt. Wanneer de kandidaat vervolgens in dienst treedt, heeft het bureau recht op een aanzienlijke vergoeding. De rechtbank Noord-Holland boog zich over de vraag of dit geoorloofd is. Advocaat Thomas van Vugt licht deze zaak hieronder toe.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 Burgerlijk Wetboek). De ene partij doet een aanbod en de andere partij aanvaardt dat aanbod. Daarvoor is van belang dat tussen partijen
wilsovereenstemming
De wederzijdse bereidheid van partijen om een bepaalde overeenkomst te sluiten
» Meer over wilsovereenstemming
wilsovereenstemming bestaat. Om na te gaan of daarvan sprake is, moet gekeken worden naar de verklaringen en gedragingen die partijen naar elkaar hebben geuit, de betekenis die partijen daaraan mochten toekennen en wat zij in dat verband van elkaar mochten verwachten.
Het wervings- en selectiebureau was van mening dat sprake was van een geldige overeenkomst. Het bureau verwees daarbij naar zijn haar algemene voorwaarden die hij ook per e-mail naar zijn opdrachtgever had gestuurd. Hierin stond onder meer vermeld dat een overeenkomst tot stand komt op het moment dat de opdrachtgever een gesprek aanging met een door het bureau aangedragen kandidaat. Ook volgde uit de voorwaarden dat wanneer een voorgestelde kandidaat binnen een jaar een arbeidsverhouding met de opdrachtgever aangaat, de opdrachtgever een vergoeding aan het wervings- en selectiebureau verschuldigd is. De kandidaat trad vervolgens bij de onderneming in dienst. Het wervings- en selectiebureau meende dat de onderneming hem een vergoeding moest betalen op grond van de gesloten overeenkomst en de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
De onderneming was het daar niet mee eens. Die vond dat geen vergoeding verschuldigd was. De onderneming stelde dat er geen sprake was van het aanvaarden van een aanbod. De aanvaarding is een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring. Nu de onderneming de aanvaarding niet heeft uitgesproken richting het wervings- en selectiebureau en de aanvaarding ook niet uit gedragingen volgde, was volgens de onderneming geen sprake van een overeenkomst.
Het door het wervings- en selectiebureau gedane aanbod kon volgens de onderneming niet bepalen dat een bepaalde gedraging (het aangaan van een gesprek met een kandidaat) een aanvaarding van het aanbod inhoudt, als in die gedraging normaliter geen aanvaarding gezien kan worden. Het uitnodigen van een kandidaat voor een sollicitatiegesprek, zonder dat partijen daarover uitdrukkelijk afspraken hebben gemaakt, kwalificeert volgens de onderneming daarom niet als aanvaarding. Nu er geen overeenkomst is gesloten met het wervings- en selectiebureau is de onderneming ook geen vergoeding verschuldigd.
De rechtbank is het met de onderneming eens. Er is volgens de rechtbank geen geldige overeenkomst tot stand gekomen. De rechtbank hecht daarbij waarde aan het feit dat het wervings- en selectiebureau de eerste stap had gezet. Het bureau had de onderneming die een vacature open had staan, zelf benaderd. Ook vindt de rechtbank van belang dat de algemene voorwaarden nooit zijn besproken en de onderneming er niet op is gewezen dat een enorme vergoeding moest worden betaald in het geval de kandidaat (uiteindelijk) in dienst zou treden. Ook toen het wervings- en selectiebureau de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek stuurde en deze uitnodiging door de onderneming werd geaccepteerd, is er niet op gewezen dat deze acceptatie betekende dat het aanbod werd aanvaard en er dus een overeenkomst tot stand kwam.
De verwijzing van het wervings- en selectiebureau naar haar algemene voorwaarden in haar e-mails was onvoldoende. De rechtbank oordeelt dat deze algemene voorwaarden nooit door de onderneming als sequeel van een overeenkomst zijn aanvaard. Ook was de verwijzing naar de algemene voorwaarden in een disclaimer in een lichtere kleur en kleinere letters afgedrukt dan de overige tekst van de e-mails.
Het wervings- en selectiebureau had onder deze omstandigheden er niet zonder nadere verificatie van uit mogen gaan dat de onderneming zich ervan bewust was dat het accepteren van de afspraak voor een sollicitatiegesprek in haar digitale agenda betekende dat er een overeenkomst tot stand was gekomen en de onderneming daarmee een verplichting tot het betalen van een aanzienlijke vergoeding op zich nam.