In een onlangs door de Hoge Raad gewezen arrest schiep zij duidelijkheid over de vraag of en zo ja wanneer, een rechtsvordering op een
rechtspersoon
Het BW kent geen algemene definitie van rechtspersoon.
» Meer over rechtspersoon
rechtspersoon die na faillissement en
vereffening
Liquidatie van een ontbonden rechtspersoon of op de afwikkeling van een nalatenschap
» Meer over vereffening
vereffening is opgehouden te bestaan, verjaart. En ook het stuitingsleerstuk komt aan de orde. Advocaat verbintenissenrecht Hidde Reitsma bespreekt de uitspraak en licht de uitkomst ervan toe.
De Rabobank heeft met een BV een financieringsovereenkomst gesloten. De bestuurder van de BV heeft zich hiervoor borg gesteld tot een maximumbedrag van € 100.000,=. Op 6 april 2005 is de BV failliet verklaard en op 2 maart 2006 is het faillissement wegens gebrek aan baten opgeheven. De BV is daardoor opgehouden te bestaan.
Nadat de onderneming is opgehouden te bestaan vordert de Rabobank dat de borg uit hoofde van de borgtochtovereenkomst wordt veroordeeld tot betaling. De borg is van mening dat de borgtocht op grond van art. 7:853 BW teniet is gegaan.
Voor toepassing van art. 7:853 BW is vereist dat de rechtsvordering tot nakoming van de verbintenis door de BV is
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaard. Dit riep in onderhavige kwestie de vraag op of de vordering van de Rabobank op de BV was verjaard.
Zowel de rechtbank als het hof zijn van mening dat de vordering van de Rabobank op de BV niet was verjaard en zodoende de
borgtocht
De overeenkomst waarbij een derde zich verbindt voor de nakoming van de verplichitngen van de (hoofd)schuldenaar.
» Meer over borgtocht
borgtocht niet was geëindigd op grond van art. 7:853 BW. Tot deze conclusie komt het Hof na de navolgende overweging. De vordering van de Rabobank is na datum waarop de onderneming heeft opgehouden te bestaan blijven bestaan en kan, als blijkt van het bestaan van een bate, met toepassing van art. 2:23c lid 1 BW worden verhaald.
De borg probeert bij de Hoge Raad het oordeel van het Hof onderuit te halen door te stellen dat de
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaring wel is ingetreden omdat de Rabobank de verjaring tegenover de BV niet tijdig heeft gestuit. Daarin gaat de Hoge Raad niet mee. Een
verjaring
Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaringstermijn loopt niet af zolang de vereffening van de rechtspersoon niet is heropend. Dit brengt mee dat de heropening van de vereffening een vereiste is voor het (voort)lopen van de verjaringstermijn. Om deze reden hoeft een verjaringstermijn van een vordering op een niet meer bestaande onderneming niet gestuit te worden gedurende de periode dat de rechtspersoon niet meer bestaat.
Een vordering op een onderneming die na faillietverklaring is vereffend en daardoor heeft opgehouden te bestaan verjaart niet zolang er geen heropening van de vereffening van de onderneming heeft plaatsgevonden. Er gaat een nieuwe verjaringstermijn lopen vanaf de heropening van de vereffening. Voorts geldt dat stuiting van de rechtsvordering tot nakoming niet vereist is gedurende de periode dat de rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan.
Heeft u als schuldeiser een vordering op een onderneming die na faillietverklaring is vereffend en daardoor heeft opgehouden te bestaan? Neem dan contact op met AMS Advocaten. Uit voorgaande blijkt namelijk dat uw vordering niet verjaart zolang er geen heropening van de vereffening van de onderneming heeft plaatsgevonden. Er gaat tenslotte vanaf het moment van heropening een nieuwe verjaringstermijn van zes maanden lopen.