Een VOF heeft -in tegenstelling tot een BV- geen afgescheiden vermogen. Dit betekent dat een schuldeiser ook bij de vennoten privé verhaal kan halen, aangezien de vennoot
hoofdelijke aansprakelijkheid
schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden van de VOF. In deze rechtszaak probeerde
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser zich te verhalen op het privé vermogen van de vennoot van een VOF toen deze in gebreke bleef met de nakoming van een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst. Advocaat verbintenissenrecht Marco Guit legt uit wat de aanleiding van het geschil was en of de eiser zijn gelijk kreeg.
In deze voorbeeld casus was het volgende aan de hand.
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
Gedaagde was vennoot van een VOF en had geld nodig. Eiser (aangetrouwde familie) kon wel helpen. De volgende constructie werd opgezet. De VOF stuurde eiser een factuur in verband met de verkoop van “1 ruin 5 jaar (paard)” ter waarde van € 35.000. Eiser voldeed dit “koopbedrag” aan de VOF. Een maand later zond eiser de VOF weer een factuur terug met de vermelding “aan u verkocht: 1 ruin 5 jaar (paard)”, nu ter waarde van € 37.500.
De VOF bleef ondanks
sommatie
Een schriftelijke aanmaning om binnen een bepaalde termijn een contractuele of wettelijke verplichting na te komen.
» Meer over sommatie
sommatie van eiser in gebreke met betalen. Ook een door hen afgesloten afbetalingsregeling werd niet werd nagekomen door de VOF. Eiser start een incassoprocedure tegen gedaagde (en niet de VOF).
In deze procedure verschillen partijen van mening over de vraag of eiser nu € 35.000 heeft betaald uit hoofde van een koop van een paard of van een geldlening. Volgens eiser was er sprake van een schijnconstructie: hij zou € 35.000 uitlenen en dat bedrag zou de VOF na een maand terugbetalen met € 2.500 aan rente. Er is dan ook nooit een paard overgedragen en teruggeleverd. Hoe het ook zij, de rechter meent dat dit onderscheid niet zo relevant is. Vaststaat immers dat de VOF is tekortgeschoten in de nakoming van de betalingsverplichting jegens eiser. Of dit nu voortvloeit uit een koop dan wel een lening, doet niet terzake.
Gedaagde heeft nog aangevoerd dat eiser de overeenkomst niet met hem, maar met de VOF heeft gesloten. De rechter geeft gedaagde hierin gelijk, maar stelt dat dit echter niet tot gevolg heeft dat de tegen gedaagde ingestelde vordering moet worden afgewezen. Uit vaste rechtspraak blijkt echter dat een schuldeiser van een VOF twee samenlopende vorderingsrechten heeft. Eén tegen de gezamenlijke vennoten, die verhaalbaar is op het vermogen van de VOF, en één vorderingsrecht tegen de vennoten persoonlijk.
Op grond van artikel 18 van het Wetboek van Koophandel zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF. Een schuldeiser mag er dus voor kiezen om de vennoot van de VOF persoonlijk aan te spreken voor de schuld van de VOF. Dit kan gunstiger zijn als de vennoot persoonlijk meer verhaalsmogelijkheden heeft dan de VOF. De vordering van de eiser wordt aldus toegewezen.