De bank heeft een bijzondere zorgplicht ten opzichte van haar cliënten. In een recent kort geding stond de vraag centraal of deze
zorgplicht
De verplichting van een opdrachtnemer om de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
» Meer over zorgplicht
zorgplicht aan opzegging door ING bank van de kredietrelatie met een ondernemer in de weg stond. De ondernemer verwees naar een mondelinge toezegging dat de financiering zou worden gecontinueerd. De voorzieningenrechter boog zich over de zaak en deed uitspraak. Thomas van Vugt, advocaat gespecialiseerd in de opzegging van krediet, doet verslag.
ING had een aantal lopende kredieten verstrekt aan de ondernemer, zowel zakelijk als privé. In de Algemene Bepalingen van Kredietverlening van ING is opgenomen dat de kredietfaciliteit automatisch eindigt en het krediet ineens opeisbaar wordt o.a. als er conservatoir beslag wordt gelegd op de
goed
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
» Meer over goed
goederen van de kredietnemer en/of als de kredietnemer zijn bedrijfsactiviteiten eindigt. Beide gevallen deden zich in deze kwestie voor: een schuldeiser van ondernemer had
conservatoir beslag
Een maatregel waarmee een schuldeiser kan voorkomen dat een schuldenaar zijn vermogensbestandelen verkoopt voordat de schuldeiser tot executie kan overgaan.
» Meer over conservatoir beslag
conservatoir beslag op panden van de ondernemer gelegd en daarnaast had de ondernemer zijn onderneming gestaakt.
Nadat ING kennis had genomen van het beslag en de sluiting van het bedrijf van de ondernemer, had zij alle kredieten opgezegd. In een bespreking tussen ING en de ondernemer spraken partijen af dat ING niet tot incassering zou overgaan en dat de ondernemer de gelegenheid had om zijn woning zelf te verkopen zodat de kredieten en andere schulden konden worden afgelost. Voorts zou de ondernemer financiële informatie overleggen aan ING. De ondernemer verkoopt vervolgens zijn huis en het bedrag wordt aangewend ter aflossing. Tot verbazing van de ondernemer handhaaft ING de opzegging van de kredietfaciliteiten.
De advocaat van de ondernemer start een kort geding waarin hij voortzetting van de kredietrelatie vordert. ING betwist dat zij zou hebben toegezegd dat het krediet zou worden voortgezet. Volgens ING was afgesproken dat de ondernemer de financiële cijfers zou overleggen zodat ING continuering van de kredietverlening kon overwegen. ING heeft na inzage van deze cijfers echter geconcludeerd dat van een verantwoorde hervatting van de financiering geen sprake kon zijn.
De Voorzieningenrechter stelt voorop dat de afspraken die tijdens het overleg zijn gemaakt niet schriftelijk zijn vastgelegd. De lezing van ING komt de rechter niet onaannemelijk voor. Vaststaat immers dat was afgesproken dat de ondernemer financiële informatie zou verstrekken. De toezegging dat de kredietverlening sowieso zou worden gecontinueerd is niet hard gemaakt door de ondernemer. Nu er voldoende grond is voor opzegging van het krediet, handelt ING evenmin in strijd met haar zorgplicht door af te zien van continuering van de financiering. Hierbij houdt de rechter rekening met het feit dat ING redelijke termijnen heeft gehanteerd zodat de ondernemer ook in de gelegenheid was alternatieve financierings-mogelijkheden te onderzoeken. De vordering van de ondernemer wordt dan ook afgewezen.
De bijzondere zorgplicht van een bank brengt kort gezegd met zich mee dat een zij een bestaande (krediet)relatie enkel mag opzeggen als er een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat en als de maatregel van opzegging proportioneel is in verhouding tot de wanprestatie van de cliënt.