In een opvallende zaak uit 2007 was er sprake van een hulp-Sinterklaas waarover ernstige klachten waren. Zo was Sinterklaas tijdens zijn optreden kortaf, liet hij aanwezige kinderen zo hard mogelijk pepernoten in het publiek gooien en zouden de Zwarte Pieten “sexy meisjes” hebben gezegd. Vanwege deze klachten weigerde het evenementenbureau Sinterklaas zijn gage te betalen. Daarop spande het verhuurbedrijf van de bewuste Sinterklaas een rechtszaak aan. Advocaat verbintenissenrecht Onno Hennis licht hieronder de opmerkelijke uitspraak toe.
De achtergrond van dit geschil betrof een
overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst van
opdracht
De overeenkomst waarbij iemand anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst diensten verrichten voor een opdrachtgever.
» Meer over opdracht
opdracht waarbij een verhuurbedrijf zich had verplicht om bij vijf bedrijven een optreden door Sinterklaas en Zwarte Piet te verzorgen. Na de eerste vier optredens regende het klachten. Daarop heeft de opdrachtgever zich bij het verhuurbedrijf beklaagd. De opdrachtgever gaf daarbij aan de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, het laatste optreden te cancelen en de afgesproken
bezoldiging
Het salaris dat bestuurders en commissarissen van een rechtspersoon ontvangen
» Meer over bezoldiging
bezoldiging niet te betalen. Het verhuurbedrijf heeft de klachten weersproken en de opdrachtgever gesommeerd de factuur te betalen.
Uit de klachten van de bedrijven bleek het volgende. Sinterklaas had bij twee optredens een vader op het podium geroepen en hem een jutezak over het hoofd getrokken. Bovendien werd Sinterklaas als dominant ervaren, zou hij zijn verhaal hebben afgeraffeld en streng en kortaf tegen de aanwezige kinderen geweest zijn. Toen één van de kinderen moest huilen, zou Sinterklaas het hebben nagelaten om het op adequate wijze te troosten. Bij een ander optreden werd Sinterklaas juist als erg passief en ongeïnteresseerd ervaren, terwijl de Hoofdpiet een nadrukkelijke (negatieve) rol opeiste. Ook achter de schermen werd Sinterklaas als ontoegankelijk ervaren (onder andere door de hulppieten), wat hem niet in dank werd afgenomen. Het verhuurbedrijf schoof de klachten terzijde door te stellen dat uit de ingevulde evaluatieformulieren bleek dat het optreden naar behoren was uitgevoerd.
De kantonrechter stelde voorop dat de ingehuurde acteurs bij hun invulling van de rol van Sinterklaas een grote mate van artistieke vrijheid genieten. De rechter oordeelde dat de wijze waarop Sinterklaas wordt vertolkt een kwestie van smaak is, waarover niet (of althans niet in juridisch relevante zin) te twisten valt. De kantonrechter overweegt in dit verband dat de één wellicht een voorkeur heeft voor een ‘brave’ Sinterklaas (á la Bram van der Vlugt), terwijl de ander de voorkeur geeft aan een wat schunnigere invulling van de Goedheiligman (zoals ooit tot uiting gebracht door Toon Hermans).
De kantonrechter gaf wel aan dat Sinterklaas als zodanig herkenbaar moet zijn en dat de grens van de artistieke vrijheid wordt bepaald door de goede zeden en maatschappelijke zorgvuldigheid. Een vertolking als die van Hans Teeuwen in Jiskefet zal die toets naar alle waarschijnlijkheid niet (hebben) doorstaan.
In het licht van het voorgaande overwoog de kantonrechter dat wanneer Sinterklaas geen spanningsboog in zijn verhaal brengt of op ander wellicht weinig inspirerende wijze zijn rol vertolkt, dit wellicht niet naar de smaak van de opdrachtgever is, maar dat dit vanwege de vrije invulling van de rol als Sinterklaas geen grond voor een ontbinding van de overeenkomst oplevert.
Ten aanzien van de uitlating “sexy meisjes” oordeelde de kantonrechter dat het onduidelijk bleef in welke context dit was gezegd en daardoor niet aan het verhuurbedrijf kon worden tegengeworpen. Met betrekking tot het huilende kind overwoog de kantonrechter dat Sinterklaas niet gehouden was om het te midden van een groep van 80 kinderen te troosten.
Tot slot overwoog de rechter (impliciet) dat de kinderen in de periode voorafgaand aan 5 december gehoorzaam zijn aan Sinterklaas (en niet zozeer aan hun ouders) en dat het Sinterklaasfeest dus een bepaald gezagsondermijnend karakter heeft. Daarbij zou het volgens de kantonrechter passend kunnen zijn dat de zak van Sinterklaas over het hoofd van een vader wordt getrokken en dat Sinterklaas de kinderen aanspoort om pepernoten te ‘strooien’.
Alles bij elkaar genomen oordeelde de kantonrechter dat er in deze situatie geen grond voor ontbinding van de overeenkomst was. De opdrachtgever moest Sinterklaas dus het afgesproken honorarium (plus proceskosten en rente) betalen. Dat zal een grote teleurstelling zijn geweest. Hoe het ook zij, uit deze eigenaardige uitspraak blijkt dat een rechter niet snel treedt in hetgeen partijen ook onderling hadden kunnen (en wellicht moeten) afspreken. Als je een opdracht op een bepaalde manier uitgevoerd wil zien, biedt het contractenrecht je de vrijheid om dat zo met je opdrachtnemer overeen te komen. De rechter is terughoudend bij het beoordelen van de wijze waarop de opdracht wordt uitgevoerd.