Bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst spreken werkgever en werknemer vaak een proeftijd af. De proeftijd dient voor beide partijen gelijk te zijn.
De proeftijd is alleen geldig als deze periode schriftelijk is vastgelegd. De proeftijd kan zowel in een arbeidsovereenkomst als in een tussen partijen geldende collectieve arbeidsovereenkomst, mits de verwijzing naar de cao voldoende duidelijk is.
Hoe lang de proeftijd mag zijn is afhankelijk van de lengte van de arbeidsovereenkomst. Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kunnen partijen een proeftijd van maximaal twee maanden afspreken. Een proeftijd van maximaal twee maanden is ook mogelijk als partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor twee jaar of langer overeenkomen.
In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die langer dan zes maanden maar korter duurt dan twee jaar duurt mag de proeftijd maximaal één maand bedragen. Als er sprake is van een arbeidsovereenkomst met een duur van zes maanden of korter dan mag er geen proeftijd worden overeengekomen.
Het is niet mogelijk om een proeftijd af te spreken in een opvolgende arbeidsovereenkomst, tenzij de werknemer een andere functie krijgt en andere werkzaamheden gaat verrichten. Dit betekent ook dat er geen proeftijd kan worden afgesproken met een werknemer die eerst via een uitzendbureau bij de werkgever heeft gewerkt en nu in vaste dienst komt en in dezelfde functie blijft werken.
Als de wettelijke regels met betrekking tot de proeftijd niet goed worden nageleefd dan is het proeftijd nietig. Dat houdt in dat de proeftijd niet geldig is.