Als de werkgever de arbeidsovereenkomst van een werknemer wil beëindigen om bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid, dient de werkgever in principe toestemming aan het UWV te vragen.
Een werkgever vraagt het UWV in deze gevallen om een ontslagvergunning. Hierbij zal hij de reden van het ontslag moeten onderbouwen. Daarnaast zal een werkgever moeten aantonen dat hij voldoende heeft gedaan om het ontslag te voorkomen. Dit zal hieronder nader worden toegelicht.
Het is mogelijk dat bij cao een onafhankelijke ontslagcommissie is ingesteld, die de ontslagaanvraag behandelt, in plaats van het UWV.
Hierbij kan aan de volgende redenen worden gedacht:
Bovenstaande redenen zullen moeten worden onderbouwd. Bovendien moet de juiste volgorde voor ontslag worden aangehouden (het zgn. afspiegelingsbeginsel). Hierbij worden werknemers met vergelijkbare (‘uitwisselbare’) functies ingedeeld in leeftijdsgroepen. Binnen elke leeftijdsgroep wordt bekeken welke werknemer het laatst in dienst is getreden. Deze werknemers komen als eerste voor ontslag in aanmerking.
De werknemer wordt in de gelegenheid gesteld om te reageren (‘verweer te voeren’) tegen de ontslagaanvraag.
Langdurige arbeidsongeschiktheid kan ook reden vormen voor een ontslagaanvraag. De werkgever moet in dat geval aantonen dat:
De werknemer wordt ook in dit geval in de gelegenheid gesteld zich te verweren tegen de ontslagaanvraag.
Het is niet mogelijk tegen een beslissing van het UWV in bezwaar te gaan. Wel kunnen zowel de werknemer als de werkgever binnen twee maanden na het besluit van het UWV naar de kantonrechter stappen.
Als een ontslagaanvraag wordt afgewezen, kan de werkgever binnen twee maanden bij de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoeken. Vervolgens zijn hoger beroep en cassatie mogelijk.
Wanneer de werknemer wil ageren tegen een verleende toestemming en de opzegging van de werkgever moet hij de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te herstellen. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om in plaats daarvan een billijke vergoeding te vragen. De werknemer moet dit verzoek binnen twee maanden nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd indienen bij de kantonrechter.