Een traditionele overeenkomst van aanneming wordt geregeld in het burgerlijk wetboek (BW) en eventueel aangevuld door het van toepassing verklaren van een van de standaardregelingen. In deze regelingen worden de verhoudingen tussen opdrachtgever en aannemer geregeld. Ook bij onderaanneming zijn (in ieder geval) de bepalingen uit het BW van toepassing.
Bij een aanneemovereenkomst geeft de opdrachtgever opdracht aan de aannemer om een werk van stoffelijke aard te maken. Hierbij draagt de opdrachtgever een grote mate van controle, maar ook van verantwoordelijkheid. De opdrachtgever moet zorgdragen voor de tekeningen en het bestek en draagt het ontwerprisico. De aannemer voert overeenkomstig de aan hem verstrekte documenten uit en draagt de uitvoeringsverantwoordelijkheid, met dien verstande dat de aannemer wel een waarschuwingsplicht heeft voor klaarblijkelijke fouten in het ontwerp.
De wettelijke regeling in het BW is niet erg uitvoerig en bovendien (grotendeels) van regelend recht. De UAV (1989 of 2012) worden daarom vaak van toepassing verklaard op de (traditionele) aannemingsovereenkomst. Hierin zijn veel aanvullende bepalingen neergelegd en wordt op bepaalde punten van het regelend recht uit het BW afgeweken.
Gebruikelijk is dat de aannemer op basis van het bestek en ontwerp een offerte opstelt. Als de geoffreerde aanneemsom wordt aanvaard komt de overeenkomst van aanneming tot stand. De vaste aanneemsom geldt dan in principe voor het totale werk waarop de offerte is gebaseerd. Is de aannemer uiteindelijk duurder uit, dan komt dit in principe voor zijn rekening en risico. Het financiële risico ligt aldus bij de aannemer. Dit risico is echter beperkt als er sprake is van kostenverhogende omstandigheden of meerwerk. In dat geval kan de aannemer bijbetaling verlangen van de opdrachtgever (indien aan de voorwaarden hiervoor voldaan is).
Er is geen sprake van een vaste aanneemsom als op basis van regie wordt gecontracteerd. In dat geval rekent de aannemer af op basis van de werkelijk gemaakte uitvoeringskosten in plaats van een vooraf bepaalde vaste aanneemsom. Onder de uitvoeringskosten vallen loon en materiaal. Deze kosten worden doorgaans verhoogd met een (procentuele) opslag voor winst en algemene kosten (AK). Bij een regieovereenkomst ligt het financiële risico bij de opdrachtgever.
Hoewel er bij een regieovereenkomst voorafgaand aan het werk geen aanneemsom wordt overeengekomen, kunnen de opslagpercentages wel deel uitmaken van onderhandelingen. Ook kan een aannemer niet geheel onbeperkt factureren. Van belang is welke verwachtingen de aannemer bij het aangaan van de overeenkomst heeft gewekt. Indien geen prijs is overeengekomen dan is er een redelijke prijs verschuldigd. Heeft de aannemer vooraf een richtprijs afgegeven, dan kan de aannemer in principe niet meer dan 10% hiervan afwijken zonder de opdrachtgever hiervoor te waarschuwen.
Voor een regieovereenkomst wordt meestal gekozen als de aard van het werk het vooraf bepalen van de kosten niet toelaat (bij een complexe renovatie bijvoorbeeld), of als er sprake is van tijdsgebrek om nauwkeurig onderzoek te doen naar wat een redelijke aanneemsom is.