Vaak is in een bouwcontract een bepaling opgenomen dat bij geschillen uitsluitend de Raad van Arbitrage voor de bouw (RvA) bevoegd is van het geschil kennis te nemen en daarover een oordeel te geven. Een advocaat bouwrecht kan u begeleiden om een juridisch geschil voor te leggen aan de RvA. In een aantal standaardregelingen, waaronder de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 1989, is eveneens bepaald dat de RvA kennis neemt van juridische geschillen die voortvloeien uit de overeenkomst die partijen met elkaar zijn aangegaan.
Het staat partijen overigens ook vrij om pas op het moment dat een geschil zich voordoet te besluiten dat geschil voor te leggen aan de RvA. Er zijn geschillen denkbaar die zich beter lenen voor beoordeling door de RvA en in andere gevallen zal een gang naar de rechtbank de voorkeur hebben. De bouwrecht advocaat van AMS advocaten kan u daarover adviseren. Zo kan een geschil dat vrij technisch van aard is zich beter lenen voor beoordeling door de RvA. De rechtbank zal over het algemeen een deskundige inschakelen indien een technisch geschil van belang is voor het geven van een juridisch oordeel. De leden van de RvA zijn veelal zelf bouwtechnisch onderlegd en op dat vlak veelal voldoende deskundig. Zij worden in een procedure bijgestaan door een secretaris (jurist) die deskundig is in het bouw(proces)recht.
Procederen bij de RvA kan wel duurder zijn dan wanneer bij de rechtbank een procedure wordt gevoerd. Bij de rechtbank wordt griffierecht betaald bij aanvang bij de procedure. Bij de RvA dient de eisende partij een waarborgsom te betalen. De waarborgsom dient als zekerheid voor de RvA dat de gemaakte kosten door de RvA kunnen worden voldaan en is veelal (mede) afhankelijk van de hoogte van de in te stellen vordering.
Een belangrijk verschil is verder dat de gemaakte kosten van rechtsbijstand door een advocaat bij een procedure gevoerd bij de RvA (ruimer) worden vergoed dan bij een procedure gevoerd bij de rechtbank. De (overwegend) winnende partij kan er dan dus bij gebaat zijn om bij de RvA te procederen. Een ander verschil is dat voor de procedure bij de RvA geen bouwrecht advocaat hoeft te worden ingeschakeld, terwijl dat bij de rechtbank wel het geval is. Als de vordering lager dan € 25.000,- is kan de vordering bij de kantonrechter worden ingesteld en is een advocaat bouwrecht eveneens niet vereist.
Een vonnis gewezen door de rechtbank levert een zogenaamde ‘executoriale titel’ op, welke op verzoek van de behandelend advocaat direct ten uitvoer kan worden gelegd, bijvoorbeeld door beslag op vermogensbestanddelen van de veroordeelde. Bij een arbitraal vonnis werkt dat anders. Daar ontstaat veelal een probleem indien de veroordeelde partij zich niet neerlegt bij de beslissing.
Bij arbitrage zijn het de arbiters die een beslissing nemen. Uiteraard is het de bedoeling dat partijen zich dan ook bij die uitspraak neerleggen. Als dat niet het geval is dan kan de advocaat van de in het gelijk gestelde partij de ‘gewone’ rechter verzoeken om verlof te verlenen tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis. De rechter zal bij een dergelijk verzoek alleen op formele punten letten, bijvoorbeeld of hoor en wederhoor is toegepast, is gehandeld overeenkomstig het geldende Arbitragereglement en of de arbiters bevoegd waren. De rechter zal het geschil dus niet inhoudelijk opnieuw bekijken.
De bouwrecht advocaat van advocatenkantoor AMS richt zich niet alleen op advisering maar procedeert ook voor zijn cliënten indien dat nodig is. Niet alleen bij de rechtbank maar ook bij de Raad van Arbitrage voor de bouw.